Fraseboek

af By die stasie   »   de Im Bahnhof

33 [drie en dertig]

By die stasie

By die stasie

33 [dreiunddreißig]

Im Bahnhof

Kies hoe jy die vertaling wil sien:   
Afrikaans Duits Speel Meer
Wanneer is die volgende trein na Berlyn? Wan- -äh-t-d-- n-c---- -ug---c--B-rli-? W--- f---- d-- n------ Z-- n--- B------ W-n- f-h-t d-r n-c-s-e Z-g n-c- B-r-i-? --------------------------------------- Wann fährt der nächste Zug nach Berlin? 0
Wanneer is die volgende trein na Parys? Wa-n fä--t-de- n-----e--ug---ch-Pa-i-? W--- f---- d-- n------ Z-- n--- P----- W-n- f-h-t d-r n-c-s-e Z-g n-c- P-r-s- -------------------------------------- Wann fährt der nächste Zug nach Paris? 0
Wanneer is die volgende trein na Londen? Wann -ä-r---er nä----- -----ac----nd-n? W--- f---- d-- n------ Z-- n--- L------ W-n- f-h-t d-r n-c-s-e Z-g n-c- L-n-o-? --------------------------------------- Wann fährt der nächste Zug nach London? 0
Hoe laat vertrek die trein na Warskou? Um-wi- -iel U-r f-h-t---r-Z------- W--s-ha-? U- w-- v--- U-- f---- d-- Z-- n--- W-------- U- w-e v-e- U-r f-h-t d-r Z-g n-c- W-r-c-a-? -------------------------------------------- Um wie viel Uhr fährt der Zug nach Warschau? 0
Hoe laat vertrek die trein na Stockholm? U- -i- -iel-U----äh---------- -a-h-------o-m? U- w-- v--- U-- f---- d-- Z-- n--- S--------- U- w-e v-e- U-r f-h-t d-r Z-g n-c- S-o-k-o-m- --------------------------------------------- Um wie viel Uhr fährt der Zug nach Stockholm? 0
Hoe laat vertrek die trein na Boedapest? Um -ie-v-el U-r-fährt---r -ug n-c--Bud-p--t? U- w-- v--- U-- f---- d-- Z-- n--- B-------- U- w-e v-e- U-r f-h-t d-r Z-g n-c- B-d-p-s-? -------------------------------------------- Um wie viel Uhr fährt der Zug nach Budapest? 0
Ek wil graag ’n kaartjie na Madrid hê. Ic- -ö-h-e--i-e Fah---r-e---c- M-d-i-. I-- m----- e--- F-------- n--- M------ I-h m-c-t- e-n- F-h-k-r-e n-c- M-d-i-. -------------------------------------- Ich möchte eine Fahrkarte nach Madrid. 0
Ek wil graag ’n kaartjie na Praag hê. Ic---ö-hte---ne F--rka--e-na-- P---. I-- m----- e--- F-------- n--- P---- I-h m-c-t- e-n- F-h-k-r-e n-c- P-a-. ------------------------------------ Ich möchte eine Fahrkarte nach Prag. 0
Ek wil graag ’n kaartjie na Bern hê. Ic- möch-e-ein------k---- nac--B--n. I-- m----- e--- F-------- n--- B---- I-h m-c-t- e-n- F-h-k-r-e n-c- B-r-. ------------------------------------ Ich möchte eine Fahrkarte nach Bern. 0
Wanneer kom die trein in Wene aan? Wa-- -o--t ----Z-g in-W-e----? W--- k---- d-- Z-- i- W--- a-- W-n- k-m-t d-r Z-g i- W-e- a-? ------------------------------ Wann kommt der Zug in Wien an? 0
Wanneer kom die trein in Moskou aan? W-nn ---m--de- -u---- -oska----? W--- k---- d-- Z-- i- M----- a-- W-n- k-m-t d-r Z-g i- M-s-a- a-? -------------------------------- Wann kommt der Zug in Moskau an? 0
Wanneer kom die trein in Amsterdam aan? Wa-n ko-m----r -u---n--m--erd---an? W--- k---- d-- Z-- i- A-------- a-- W-n- k-m-t d-r Z-g i- A-s-e-d-m a-? ----------------------------------- Wann kommt der Zug in Amsterdam an? 0
Moet ek oorklim? M-ss------m-------? M--- i-- u--------- M-s- i-h u-s-e-g-n- ------------------- Muss ich umsteigen? 0
Vanaf watter perron vertrek die trein? V-n---l-he- --e----ä-r- -er --g --? V-- w------ G---- f---- d-- Z-- a-- V-n w-l-h-m G-e-s f-h-t d-r Z-g a-? ----------------------------------- Von welchem Gleis fährt der Zug ab? 0
Het die trein slaapwaens? Gi---e---ch--fwa-en -- Zug? G--- e- S---------- i- Z--- G-b- e- S-h-a-w-g-n i- Z-g- --------------------------- Gibt es Schlafwagen im Zug? 0
Ek wil graag ’n eenrigtingkaartjie na Brussel hê. Ic--m---te-n-- die-Hi-fa--- nac---rüsse-. I-- m----- n-- d-- H------- n--- B------- I-h m-c-t- n-r d-e H-n-a-r- n-c- B-ü-s-l- ----------------------------------------- Ich möchte nur die Hinfahrt nach Brüssel. 0
Ek wil graag ’n retoerkaartjie na Kopenhagen hê. Ic- möch-e-ei-e-R-c-------r-e-nac- ---e---g--. I-- m----- e--- R------------ n--- K---------- I-h m-c-t- e-n- R-c-f-h-k-r-e n-c- K-p-n-a-e-. ---------------------------------------------- Ich möchte eine Rückfahrkarte nach Kopenhagen. 0
Hoeveel kos ’n plek in die slaapwa? W-s-k--tet ei- Pl-tz ---S-h--fwa---? W-- k----- e-- P---- i- S----------- W-s k-s-e- e-n P-a-z i- S-h-a-w-g-n- ------------------------------------ Was kostet ein Platz im Schlafwagen? 0

Taalverandering

Die wêreld waarin ons leef, verander elke dag. Gevolglik kan ons taal nooit stagneer nie. Dit bly saam met ons ontwikkel en is daarom dinamies. Dié verandering kan alle gebiede van taal beïnvloed. Dit kan met ander woorde op verskeie aspekte van toepassing wees. Fonologiese verandering beïnvloed ’n taal se klank. Semantiese veranderings wysig die betekenis van woorde. Leksikale verandering behels die wysiging van woordeskat. Grammatikale veranderings wysig grammatikale strukture. Daar is ’n verskeidenheid redes vir taalkundige verandering. Dis dikwels ekonomiese redes. Sprekers of skrywers wil tyd of moeite spaar. Daarom vereenvoudig hulle hul spraak. Innovering kan ook taalverandering bevorder. Dit is byvoorbeeld die geval wanneer nuwe dinge uitgevind word. Dié dinge het name nodig, daarom verskyn nuwe woorde. Die meeste taalveranderinge is nie beplan nie. Dis ’n natuurlike proses en gebeur dikwels outomaties. Maar sprekers kan ook hul taal heel bewustelik afwissel. Hulle doen dit wanneer hulle ’n bepaalde effek wil bereik. Die invloed van uitheemse tale bevorder ook taalverandering. Met globalisering is dit besonder opvallend. Die Engelse taal het ’n groter invloed op ander tale as enige ander. Jy sal Engelse woorde in byna elke ander taal vind. Hulle word anglisismes genoem. Taalverandering word al sedert antieke tye gekritiseer of gevrees. Taalverandering is terselfdertyd ’n positiewe teken. Want dit bewys: ons taal leef – nes ons!