Taalgids

nl Activiteiten   »   de Tätigkeiten

13 [dertien]

Activiteiten

Activiteiten

13 [dreizehn]

Tätigkeiten

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Duits Geluid meer
Wat doet Martha? W-s --cht M-rth-? W-- m---- M------ W-s m-c-t M-r-h-? ----------------- Was macht Martha? 0
Zij werkt op kantoor. Sie-a--e---- ---B-r-. S-- a------- i- B---- S-e a-b-i-e- i- B-r-. --------------------- Sie arbeitet im Büro. 0
Zij werkt op de computer. S-e a-b--tet-------pu--r. S-- a------- a- C-------- S-e a-b-i-e- a- C-m-u-e-. ------------------------- Sie arbeitet am Computer. 0
Waar is Martha? Wo i-t --r---? W- i-- M------ W- i-t M-r-h-? -------------- Wo ist Martha? 0
In de bioscoop. I---i-o. I- K---- I- K-n-. -------- Im Kino. 0
Zij kijkt naar een film. Sie-s-h-u---ich-ei-en--ilm--n. S-- s----- s--- e---- F--- a-- S-e s-h-u- s-c- e-n-n F-l- a-. ------------------------------ Sie schaut sich einen Film an. 0
Wat doet Peter? W---macht-P-t--? W-- m---- P----- W-s m-c-t P-t-r- ---------------- Was macht Peter? 0
Hij studeert aan de universiteit. Er s-ud--r--an-der U---er-ität. E- s------- a- d-- U----------- E- s-u-i-r- a- d-r U-i-e-s-t-t- ------------------------------- Er studiert an der Universität. 0
Hij studeert talen. E- st-d-e-t -p-a-he-. E- s------- S-------- E- s-u-i-r- S-r-c-e-. --------------------- Er studiert Sprachen. 0
Waar is Peter? W---st-Pe-er? W- i-- P----- W- i-t P-t-r- ------------- Wo ist Peter? 0
In het café. I- C-fé. I- C---- I- C-f-. -------- Im Café. 0
Hij drinkt koffie. E------kt Kaffee. E- t----- K------ E- t-i-k- K-f-e-. ----------------- Er trinkt Kaffee. 0
Waar gaan ze graag heen? W-h-- g-h-------g-rn? W---- g---- s-- g---- W-h-n g-h-n s-e g-r-? --------------------- Wohin gehen sie gern? 0
Naar een concert. Ins -on-er-. I-- K------- I-s K-n-e-t- ------------ Ins Konzert. 0
Zij luisteren graag naar muziek. Si- hör-n g-rn -usi-. S-- h---- g--- M----- S-e h-r-n g-r- M-s-k- --------------------- Sie hören gern Musik. 0
Waar gaan zij niet graag heen? Wo--n ge----s---ni--t g--n? W---- g---- s-- n---- g---- W-h-n g-h-n s-e n-c-t g-r-? --------------------------- Wohin gehen sie nicht gern? 0
Naar de disco. In -ie D----. I- d-- D----- I- d-e D-s-o- ------------- In die Disco. 0
Zij dansen niet graag. Si--tanz-n----h-----n. S-- t----- n---- g---- S-e t-n-e- n-c-t g-r-. ---------------------- Sie tanzen nicht gern. 0

Creoolse talen

Wist u dat er Duits in de Stille Zuidzee wordt gesproken? Dat is echt waar! In delen van Papoea-Nieuw-Guinea en Australië spreekt men Unserdeutsch . Dat is een Creoolse taal. Creoolse talen onstaan in taalcontact situaties. Dus als meerdere talen bij elkaar komen. Veel Creolse talen zijn ondertussen bijna uitgestorven. Wereldwijd spreken nog maar15 miljoen mensen de Creoolse taal. Creoolse talen zijn altijd moedertalen. Bij de Pidgin talen is dat verschillend. Pidgin talen zijn zeer gereduceerde taalvormen Ze dienen alleen als het eenvoudig begrip. De meeste Creoolse talen zijn in de koloniale periode ontstaan. Daarom zijn creoolse talen vaak op Europese talen gebaseerd. De beperkte woordenschat is een kenmerk van de creoolse talen. Ook hebben creoolse talen hun eigen geluidssysteem. De grammatica van Creoolse talen is sterk vereenvoudigd. Complexe regels worden door de sprekers eenvoudig genegeerd. Elke Creoolse taal is een belangrijk onderdeel voor de nationale identiteit. Daarom zijn er ook vele Creoolstalige literaturen. Voor taalkundigen zijn creoolse talen bijzonder interessant. Het laat zien hoe de talen ontstaan en weer uitsterven. Creoolse talen zullen de ontwikkeling van de taal voortzetten. Ook toont het aan dat de taal kan worden verandert en aan te passen. De discipline die de Creoolse talen onderzoekt noemt men de creolistiek. Eén van de beroemdste Creoolse zinnen komt uit Jamaica. Bob Marley heeft het wereldberoemd gemaakt - Kent u hem? Het is No woman, no cry! (= No, woman, don't cry!)
Wist je dat?
Fins is de moedertaal van ongeveer 5 miljoen mensen. Het behoort tot de Fins-Oegrische talen. Met het Estisch het is nauw verwant, met het Hongaars veel minder. Als Oeraalse taal verschilt het van de Indo-Europese talen. Een voorbeeld hiervan is de agglutinerende taalstructuur. Dat wil zeggen dat de grammaticale functies door bijgevoegde lettergrepen worden uitgedrukt. Dit resulteert in lange woorden die zo typisch zijn voor het Fins. Een ander kenmerk van de Finse taal zijn de vele klinkers. De Finse grammatica maakt onderscheid tussen 15 verschillende gevallen. Bij de nadruk is het van belang dat lange en korte tonen duidelijk van elkaar zijn gescheiden. Het geschreven en gesproken Fins verschillen aanzienlijk van elkaar. In andere Europese talen is dit fenomeen minder duidelijk. Dit alles maakt het Fins niet altijd gemakkelijk... Alle regels worden consequent nageleefd. En het mooiste van het Fins is dat het volkomen logisch is!