Taalgids

nl Rondom het huis   »   el Στο σπίτι

17 [zeventien]

Rondom het huis

Rondom het huis

17 [δεκαεπτά]

17 [dekaeptá]

Στο σπίτι

[Sto spíti]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
Hier is ons huis. Εδ- ε---- τ- σ---- μ--. Εδώ είναι το σπίτι μας. 0
E-- e---- t- s---- m--. Ed- e---- t- s---- m--. Edṓ eínai to spíti mas. E-ṓ e-n-i t- s-í-i m-s. ----------------------.
Het dak is boven. Πά-- ε---- η σ----. Πάνω είναι η σκεπή. 0
P--- e---- ē s----. Pá-- e---- ē s----. Pánō eínai ē skepḗ. P-n- e-n-i ē s-e-ḗ. ------------------.
De kelder is beneden. Κά-- ε---- τ- υ------. Κάτω είναι το υπόγειο. 0
K--- e---- t- y------. Ká-- e---- t- y------. Kátō eínai to ypógeio. K-t- e-n-i t- y-ó-e-o. ---------------------.
Achter het huis is de tuin. Στ- π--- μ---- τ-- σ------ ε---- έ--- κ----. Στο πίσω μέρος του σπιτιού είναι ένας κήπος. 0
S-- p--- m---- t-- s------ e---- é--- k----. St- p--- m---- t-- s------ e---- é--- k----. Sto písō méros tou spitioú eínai énas kḗpos. S-o p-s- m-r-s t-u s-i-i-ú e-n-i é-a- k-p-s. -------------------------------------------.
Voor het huis is er geen straat. Μπ----- α-- τ- σ---- δ-- υ------ δ-----. Μπροστά από το σπίτι δεν υπάρχει δρόμος. 0
M------ a-- t- s---- d-- y------- d-----. Mp----- a-- t- s---- d-- y------- d-----. Mprostá apó to spíti den ypárchei drómos. M-r-s-á a-ó t- s-í-i d-n y-á-c-e- d-ó-o-. ----------------------------------------.
Er staan bomen naast het huis. Δί--- σ-- σ---- υ------- δ-----. Δίπλα στο σπίτι υπάρχουν δέντρα. 0
D---- s-- s---- y-------- d-----. Dí--- s-- s---- y-------- d-----. Dípla sto spíti ypárchoun déntra. D-p-a s-o s-í-i y-á-c-o-n d-n-r-. --------------------------------.
Hier is mijn woning. Εδ- ε---- τ- δ--------- μ--. Εδώ είναι το διαμέρισμά μου. 0
E-- e---- t- d--------- m--. Ed- e---- t- d--------- m--. Edṓ eínai to diamérismá mou. E-ṓ e-n-i t- d-a-é-i-m- m-u. ---------------------------.
Hier zijn de keuken en badkamer. Εδ- ε---- η κ------ κ-- τ- μ-----. Εδώ είναι η κουζίνα και το μπάνιο. 0
E-- e---- ē k------ k-- t- m-----. Ed- e---- ē k------ k-- t- m-----. Edṓ eínai ē kouzína kai to mpánio. E-ṓ e-n-i ē k-u-í-a k-i t- m-á-i-. ---------------------------------.
Daar zijn de woon- en slaapkamer. Εκ-- ε---- τ- σ----- κ-- τ- υ----------. Εκεί είναι το σαλόνι και το υπνοδωμάτιο. 0
E--- e---- t- s----- k-- t- y----------. Ek-- e---- t- s----- k-- t- y----------. Ekeí eínai to salóni kai to ypnodōmátio. E-e- e-n-i t- s-l-n- k-i t- y-n-d-m-t-o. ---------------------------------------.
De voordeur is gesloten. Η π---- τ-- σ------ ε---- κ------. Η πόρτα του σπιτιού είναι κλειστή. 0
Ē p---- t-- s------ e---- k------. Ē p---- t-- s------ e---- k------. Ē pórta tou spitioú eínai kleistḗ. Ē p-r-a t-u s-i-i-ú e-n-i k-e-s-ḗ. ---------------------------------.
Maar de ramen zijn open. Τα π------- ό--- ε---- α------. Τα παράθυρα όμως είναι ανοιχτά. 0
T- p-------- ó--- e---- a-------. Ta p-------- ó--- e---- a-------. Ta paráthyra ómōs eínai anoichtá. T- p-r-t-y-a ó-ō- e-n-i a-o-c-t-. --------------------------------.
Het is heet vandaag. Κά--- ζ---- σ-----. Κάνει ζέστη σήμερα. 0
K---- z---- s-----. Ká--- z---- s-----. Kánei zéstē sḗmera. K-n-i z-s-ē s-m-r-. ------------------.
Wij gaan naar de woonkamer. Πά-- σ-- σ-----. Πάμε στο σαλόνι. 0
P--- s-- s-----. Pá-- s-- s-----. Páme sto salóni. P-m- s-o s-l-n-. ---------------.
Daar is een sofa en een fauteuil. Εκ-- ε---- έ--- κ------ κ-- μ-- π--------. Εκεί είναι ένας καναπές και μία πολυθρόνα. 0
E--- e---- é--- k------ k-- m-- p---------. Ek-- e---- é--- k------ k-- m-- p---------. Ekeí eínai énas kanapés kai mía polythróna. E-e- e-n-i é-a- k-n-p-s k-i m-a p-l-t-r-n-. ------------------------------------------.
Neemt u plaats! Κα-----! Καθίστε! 0
K-------! Ka------! Kathíste! K-t-í-t-! --------!
Daar staat mijn computer. Εκ-- β-------- ο υ---------- μ--. Εκεί βρίσκεται ο υπολογιστής μου. 0
E--- b-------- o y---------- m--. Ek-- b-------- o y---------- m--. Ekeí brísketai o ypologistḗs mou. E-e- b-í-k-t-i o y-o-o-i-t-s m-u. --------------------------------.
Daar staat mijn stereo. Εκ-- β-------- τ- σ----------- μ--. Εκεί βρίσκεται το στερεοφωνικό μου. 0
E--- b-------- t- s------------ m--. Ek-- b-------- t- s------------ m--. Ekeí brísketai to stereophōnikó mou. E-e- b-í-k-t-i t- s-e-e-p-ō-i-ó m-u. -----------------------------------.
De televisie is helemaal nieuw. Η τ-------- ε---- ο------------. Η τηλεόραση είναι ολοκαίνουργια. 0
Ē t-------- e---- o------------. Ē t-------- e---- o------------. Ē tēleórasē eínai olokaínourgia. Ē t-l-ó-a-ē e-n-i o-o-a-n-u-g-a. -------------------------------.

Woorden en woordenschat

Elke taal heeft zijn eigen woordenschat. Dit bestaat uit een aantal woorden. Een woord is een zelfstandig taalkundige eenheid. Woorden hebben altijd een specifieke betekenis. Dit onderscheidt het van klanken of lettergrepen. Het aantal woorden verschilt per taal. Het Engels heeft bijvoorbeeld zeer veel woorden. Er is zelfs een wereldkampioen in de categorie woordenschat. De Engelse taal heeft ondertussen meer dan één miljoen woorden. Het Oxford Engels Woordenboek bevat meer dan 600.000 woorden. Het Chinees, Spaans of Russisch hebben veel minder woorden. De woordenschat van een taal hangt van de geschiedenis af. Engels is door vele talen en culturen beïnvloed. Daardoor is de Engelse woordenlijst aanzienlijk gegroeid. Tegenwoordig wordt de Engelse woordenschat nog steeds groter. Experts schatten dat er per dag 15 nieuwe woorden bijkomen. Deze zijn voornamelijk afkomstig uit de nieuwe media. De wetenschappelijke vaktaal wordt hier niet meegeteld. Want alleen de chemische terminologie bestaat al uit duizenden woorden. In bijna alle talen worden lange woorden minder vaak gebruikt dan de korte woorden. En de meeste sprekers gebruiken heel weinig woorden. Daarom gaan we de actieve en passieve woordenschat onderscheiden. De passieve woordenschat bestaat uit woorden die we begrijpen. We gebruiken deze woorden nooit of slechts zeer zelden. De actieve woordenschat bestaat uit woorden die we regelmatig gebruiken. Voor eenvoudige gesprekken en teksten zullen een paar woorden genoeg zijn. In het Engels gebruikt men ongeveer 400 woorden en 40 werkwoorden. Maakt u zich geen zorgen als uw woordenschat beperkt is!
Wist je dat?
Hebreeuws behoort tot de familie van de Afro-Aziatische talen. Het is met het Arabisch en Aramees meer verwant. Voor ongeveer 5 miljoen mensen is Hebreeuws de moedertaal. Het moderne Hebreeuws is echter een kunstmatige taal… De basis hiervoor was het lange tijd geleden uitgestorven oud-Hebreeuws. Woordenschat en grammatica worden deels ook van andere talen overgenomen. Zo is het oud-Hebreeuws opzettelijk omgetoverd tot een moderne standaardtaal. Deze voorgestelde taalverandering is wereldwijd uniek. Het Hebreeuwse tekensysteem bestaat uit een medeklinkerscript. Dat wil zeggen dat klinkers in de regel niet geschreven worden. Voor hen zijn er geen aparte letters. Het Hebreeuwse schrift wordt geschreven van rechts naar links. De karakters gaan terug naar een 3000 jaar oude traditie. Degenen die Hebreeuws leert, leert op hetzelfde moment een stukje cultuurgeschiedenis kennen. Probeer het eens uit!