Taalgids

nl Small Talk 2   »   es Pequeñas Conversaciones 2

21 [eenentwintig]

Small Talk 2

Small Talk 2

21 [veintiuno]

Pequeñas Conversaciones 2

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Spaans Geluid meer
Waar komt u vandaan? ¿------d--e- (u--e-)? ¿-- d---- e- (------- ¿-e d-n-e e- (-s-e-)- --------------------- ¿De dónde es (usted)?
Uit Bazel. De B-si--a. D- B------- D- B-s-l-a- ----------- De Basilea.
Bazel ligt in Zwitserland. Bas--ea -stá-en--u-za. B------ e--- e- S----- B-s-l-a e-t- e- S-i-a- ---------------------- Basilea está en Suiza.
Mag ik u de heer Müller voorstellen? ¿Me----mit- --es--t-r-e al seño- ---i-e--? ¿-- p------ p---------- a- s---- M-------- ¿-e p-r-i-e p-e-e-t-r-e a- s-ñ-r M-l-n-r-? ------------------------------------------ ¿Me permite presentarle al señor Molinero?
Hij is buitenlander. Él e--e--------o. É- e- e---------- É- e- e-t-a-j-r-. ----------------- Él es extranjero.
Hij spreekt meerdere talen. É- ---l- -ar-o- i-iomas. É- h---- v----- i------- É- h-b-a v-r-o- i-i-m-s- ------------------------ Él habla varios idiomas.
Bent u voor de eerste keer hier? ¿E---a pr------v---q---e-tá (uste-)-a-uí? ¿-- l- p------ v-- q-- e--- (------ a---- ¿-s l- p-i-e-a v-z q-e e-t- (-s-e-) a-u-? ----------------------------------------- ¿Es la primera vez que está (usted) aquí?
Nee, ik was vorig jaar ook al hier. No-----es---- aqu---- -ño-pas--o. N-- y- e----- a--- e- a-- p------ N-, y- e-t-v- a-u- e- a-o p-s-d-. --------------------------------- No, ya estuve aquí el año pasado.
Maar slechts één week. P-r---------r un- sema-a. P--- s--- p-- u-- s------ P-r- s-l- p-r u-a s-m-n-. ------------------------- Pero sólo por una semana.
Hoe bevalt het u bij ons? ¿Le-gust- -u----- -aís /-nu-s--a-ciuda-? ¿-- g---- n------ p--- / n------ c------ ¿-e g-s-a n-e-t-o p-í- / n-e-t-a c-u-a-? ---------------------------------------- ¿Le gusta nuestro país / nuestra ciudad?
Zeer goed. De mensen zijn vriendelijk. Sí---ucho- -- g---e--s---ab--. S-- m----- L- g---- e- a------ S-, m-c-o- L- g-n-e e- a-a-l-. ------------------------------ Sí, mucho. La gente es amable.
En het landschap bevalt me ook. Y el pa-------a-b--n -e --s-a. Y e- p------ t------ m- g----- Y e- p-i-a-e t-m-i-n m- g-s-a- ------------------------------ Y el paisaje también me gusta.
Wat bent u van beroep? ¿A --é se-dedi---(-sted)? ¿- q-- s- d----- (------- ¿- q-é s- d-d-c- (-s-e-)- ------------------------- ¿A qué se dedica (usted)?
Ik ben vertaler. Yo---- t-adu-tor. Y- s-- t--------- Y- s-y t-a-u-t-r- ----------------- Yo soy traductor.
Ik vertaal boeken. Yo --a----o -i-r-s. Y- t------- l------ Y- t-a-u-c- l-b-o-. ------------------- Yo traduzco libros.
Bent u hier alleen? ¿-a-ve-id---u------s-lo-/ s-la? ¿-- v----- (------ s--- / s---- ¿-a v-n-d- (-s-e-) s-l- / s-l-? ------------------------------- ¿Ha venido (usted) solo / sola?
Nee, mijn vrouw / mijn man is ook hier. N-- mi --po-- / mi-ma--do h- v-nid--co-mig-. N-- m- e----- / m- m----- h- v----- c------- N-, m- e-p-s- / m- m-r-d- h- v-n-d- c-n-i-o- -------------------------------------------- No, mi esposa / mi marido ha venido conmigo.
En daar zijn mijn twee kinderen. Y -l-í ---á- -i--dos hij-s. Y a--- e---- m-- d-- h----- Y a-l- e-t-n m-s d-s h-j-s- --------------------------- Y allí están mis dos hijos.

Romaanse talen

Voor 700 miljoen mensen is de Romaanse taal hun moedertaal. Daarmee behoort de Romaanse taalgroep tot de belangrijkste ter wereld. Romaanse talen behoren tot de Indo-Europese taalfamilie. Alle Romaanse talen worden teruggeleid naar het Latijns. Dit betekent dat ze afstammen van de taal van Rome. De basis van alle Romaanse talen was het volkslatijn. Hieronder bedoelt men het gesproken Latijn van de Late Oudheid. Volkslatijn werd op grote schaal in heel Europa door de verovering van Rome verspreid. Van daaruit werden de Romaanse talen en dialecten ontwikkeld. Latijns is echter zelf een Italiaanse taal. In totaal zijn er ongeveer 15 Romaanse talen. Het exacte aantal is moeilijk te bepalen. Vaak is het onduidelijk dat er afzonderlijke talen of alleen dialecten bestaan. Sommige Romaanse talen zijn uitgestorven. Er zijn echter ook nieuwe talen op basis van de romaanse taal ontstaan. Dat zijn de Creoolse talen. Tegenwoordig is het Spaans 's werelds grootste romaanse taal. Het behoort met meer dan 380 miljoen sprekers tot de wereldtalen. Voor wetenschappers zijn de Romaanse talen zeer interessant. De geschiedenis van deze taalgroep is goed gedocumenteerd. Sinds 2500 jaar zijn er Latijnse of Romeinse geschriften. Taalkundigen onderzoeken de oorsprong van de verschillende talen. Zo kan er worden onderzocht met welke regels de talen ontwikkelen. Veel van deze resultaten kunnen op andere talen worden overgedragen. De grammatica van de Romaanse talen is vergelijkbaar opgebouwd. Vooral de woordenschat van de talen zijn zeer vergelijkbaar. Als men al één Romaanse taal spreekt, dan leert men de andere Romaanse taal gemakkelijk. Bedankt Latijns!
Wist je dat?
De Japanse taal behoort tot één van de meest fascinerende talen. Vooral het schrijfsysteem vinden veel mensen erg interessant. Het bestaat uit Chinese karakters en twee lettergrepen. Kenmerkend voor het Japans zijn ook de vele dialecten. Deze verschillen soms aanzienlijk van elkaar. Het kan zijn dat er twee mensen uit verschillende gebieden elkaar niet begrijpen. Het Japans heeft een melodische accent. Als men een woord benadrukken wil hoeven ze niet luider praten. Men wisselt de toonhoogte van de tonen. Ongeveer 130 miljoen mensen spreken Japans. De meeste van hen wonen natuurlijk in Japan. Maar ook in Brazilië en Noord-Amerika zijn er grote groepen die Japans spreken. Dit zijn de nakomelingen van Japanse emigranten... Daadwerkelijk met een tweede taal zijn er relatief weinig. Maar dat is wat ons zou moeten motiveren om deze spannende taal te leren!