Taalgids

nl Small Talk 3   »   sk Krátky rozhovor 3

22 [tweeëntwintig]

Small Talk 3

Small Talk 3

22 [dvadsaťdva]

Krátky rozhovor 3

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Slovaaks Geluid meer
Rookt u? F-jčít-? F------- F-j-í-e- -------- Fajčíte? 0
Vroeger wel. N-e-e-y som-faj-i-. N------ s-- f------ N-e-e-y s-m f-j-i-. ------------------- Niekedy som fajčil. 0
Maar nu rook ik niet meer. A-e t-raz--- --fa-čím. A-- t---- u- n-------- A-e t-r-z u- n-f-j-í-. ---------------------- Ale teraz už nefajčím. 0
Stoort het u, als ik rook? Bud--v-m v----, ak -------ajč--? B--- v-- v----- a- b---- f------ B-d- v-m v-d-ť- a- b-d-m f-j-i-? -------------------------------- Bude vám vadiť, ak budem fajčiť? 0
Nee, absoluut niet. V--ec-n-e. V---- n--- V-b-c n-e- ---------- Vôbec nie. 0
Dat stoort mij niet. Nev-d--mi -o. N----- m- t-- N-v-d- m- t-. ------------- Nevadí mi to. 0
Drinkt u iets? Pro---e-s----e-o-n---itie? P------ s- n---- n- p----- P-o-í-e s- n-e-o n- p-t-e- -------------------------- Prosíte si niečo na pitie? 0
Een cognac? K--ak? K----- K-ň-k- ------ Koňak? 0
Nee, liever een biertje. Ni----a-š----iv-. N--- r----- p---- N-e- r-d-e- p-v-. ----------------- Nie, radšej pivo. 0
Reist u veel? Ce--u-et- v--a? C-------- v---- C-s-u-e-e v-ľ-? --------------- Cestujete veľa? 0
Ja, meestal zijn dat zakenreizen. Áno- v-čši-ou ----- slu--bn--c-s--. Á--- v------- s- t- s------- c----- Á-o- v-č-i-o- s- t- s-u-o-n- c-s-y- ----------------------------------- Áno, väčšinou sú to služobné cesty. 0
Maar nu zijn we hier met vakantie. A---te------e t---- d--------. A-- t---- s-- t- n- d--------- A-e t-r-z s-e t- n- d-v-l-n-e- ------------------------------ Ale teraz sme tu na dovolenke. 0
Wat een hitte! To-j----e --rú--v-! T- j- a-- h-------- T- j- a-e h-r-č-v-! ------------------- To je ale horúčava! 0
Ja, vandaag is het echt heet. Án-- --e- -e-sk--o--e-v---- -orú-o. Á--- d--- j- s------- v---- h------ Á-o- d-e- j- s-u-o-n- v-ľ-i h-r-c-. ----------------------------------- Áno, dnes je skutočne veľmi horúco. 0
Laten we naar het balkon gaan. Poď-- ----a-kó-. P---- n- b------ P-ď-e n- b-l-ó-. ---------------- Poďme na balkón. 0
Morgen is hier een feestje. Za-tr---u-b-d--párty. Z----- t- b--- p----- Z-j-r- t- b-d- p-r-y- --------------------- Zajtra tu bude párty. 0
Komt u ook? Príde-e---ež? P------ t---- P-í-e-e t-e-? ------------- Prídete tiež? 0
Ja, we zijn ook uitgenodigd. Án----i-ž --e --zv-n-. Á--- t--- s-- p------- Á-o- t-e- s-e p-z-a-í- ---------------------- Áno, tiež sme pozvaní. 0

Taal en geschrift

Elke taal wordt voor de communicatie met mensen gebruikt. Wanneer we spreken willen we uitdrukken dat wat we denken en voelen. Daarbij hoeven we niet altijd aan de regels van onze taal houden. Wij gebruiken ons eigen taal, ons dagelijkse taal. De geschreven taal is iets anders. Hier zien we alle regels van onze taal. Het schrijven maakt de taal een echte taal. Het maakt de taal zichtbaar. Door middel van het schrijven wordt de kennis millennia lang doorgegeven. Daarom is het schrijven de grondlegger van elke ontwikkelde cultuur. Het eerste geschrift werd meer dan 5000 jaar geleden uitgevonden. Dat was het spijkerschrift van de Sumeriërs. Het werd geschreven op kleitabletten. Het spijkerschrift werd voor drieduizend jaar lang gebruikt. De hiërogliefen van de oude Egyptenaren bestaan ook zo lang. Dat hebben talloze geleerden bestudeerd. De hiërogliefen is een relatief ingewikkelde manier van schrijven. Het werd waarschijnlijk uitgevonden om zeer eenvoudige redenen. Het toenmalige Egypte was een enorm imperium met veel inwoners. Het alledaagse leven en vooral de economie moesten worden georganiseerd. Belastingen en rekeningen moesten efficiënt worden beheerd. Daarvoor hadden de oude Egyptenaren hun karakters ontwikkeld. Alfabetische schrijfsystemen gaan terug naar de Sumeriërs. Elke Schrift vertelt ons veel over de mensen die ze gingen gebruiken. Bovendien heeft elk land zijn eigen kenmerken in hun geschrift. Helaas ging het handschrift steeds meer verloren. Moderne technologie maakt het bijna overbodig. Dus: Ga niet alleen praten, maar schrijft u ook eens!
Wist je dat?
Kannada behoort tot de familie van de Dravidische talen. Deze wordt voornamelijk gesproken in het zuiden van India. Met de Indo-Arische talen van Noord-India is Kannada is niet verwant. Ongeveer 40 miljoen mensen spreken Kannada als moedertaal. Het wordt erkend als één van de 22 nationale talen van India. Kannada is een Agglutinatieve taal. Dat wil zeggen dat de grammaticale functies door Affixen worden uitgedrukt. De taal kan worden onderverdeeld in vier dialectgroepen. Tijdens het spreken onthullen de sprekers niet alleen waar ze vandaan komen. Men kan ook aan hun taal zien tot welke sociale klasse ze behoren. Het geschreven en gesproken Kannada verschilt aanzienlijk van elkaar. En net als veel andere Indiase talen heeft Kannada ook zijn eigen lettertype. Dit is een combinatie van het alfabet en lettergrepen. Het bestaat uit vele ronde tekens, die typisch zijn voor Zuid-Indiase geschriften. En om deze mooie letters te leren is echt leuk...