Taalgids

nl Small Talk 3   »   ta உரையாடல் 3

22 [tweeëntwintig]

Small Talk 3

Small Talk 3

22 [இருபத்தி இரண்டு]

22 [Irupatti iraṇṭu]

உரையாடல் 3

[uraiyāṭal 3]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Tamil Geluid meer
Rookt u? ந-ங-க-- -ுகை பி-ி-்ப--்களா? ந------ ப--- ப------------- ந-ங-க-் ப-க- ப-ட-ப-ப-ர-க-ா- --------------------------- நீங்கள் புகை பிடிப்பீர்களா? 0
nīṅ----p-k-- piṭi-p-r-a-ā? n----- p---- p------------ n-ṅ-a- p-k-i p-ṭ-p-ī-k-ḷ-? -------------------------- nīṅkaḷ pukai piṭippīrkaḷā?
Vroeger wel. முன்-- ப-கை பிட--்த--்-ொ-்ட--இரு--த-ன-. ம----- ப--- ப--------------- இ--------- ம-ன-ன- ப-க- ப-ட-த-த-க-க-ண-ட- இ-ு-்-ே-்- --------------------------------------- முன்னே புகை பிடித்துக்கொண்டு இருந்தேன். 0
M-ṉ-- -u-ai--iṭittu-k-ṇṭu --untēṉ. M---- p---- p------------ i------- M-ṉ-ē p-k-i p-ṭ-t-u-k-ṇ-u i-u-t-ṉ- ---------------------------------- Muṉṉē pukai piṭittukkoṇṭu iruntēṉ.
Maar nu rook ik niet meer. ஆ--ல்-----ொழு-- பி----ப--ல--ை. ஆ---- இ-------- ப------------- ஆ-ா-் இ-்-ொ-ு-ு ப-ட-ப-ப-ி-்-ை- ------------------------------ ஆனால் இப்பொழுது பிடிப்பதில்லை. 0
Ā-ā---p--ḻ-tu --ṭi-p-tilla-. Ā--- i------- p------------- Ā-ā- i-p-ḻ-t- p-ṭ-p-a-i-l-i- ---------------------------- Āṉāl ippoḻutu piṭippatillai.
Stoort het u, als ik rook? ந-ன- புகை --டித--ால்-உ--களுக்கு தொ-்ல---க இ-ு-்----? ந--- ப--- ப--------- உ--------- த-------- இ--------- ந-ன- ப-க- ப-ட-த-த-ல- உ-்-ள-க-க- த-ல-ல-ய-க இ-ு-்-ு-ா- ---------------------------------------------------- நான் புகை பிடித்தால் உங்களுக்கு தொல்லையாக இருக்குமா? 0
N-ṉ ---ai-p-ṭ-ttā- uṅk--uk------l--yā-----u--u--? N-- p---- p------- u-------- t--------- i-------- N-ṉ p-k-i p-ṭ-t-ā- u-k-ḷ-k-u t-l-a-y-k- i-u-k-m-? ------------------------------------------------- Nāṉ pukai piṭittāl uṅkaḷukku tollaiyāka irukkumā?
Nee, absoluut niet. இ-்ல-, இ--ல-- --்ல-. இ----- இ----- இ----- இ-்-ை- இ-்-வ- இ-்-ை- -------------------- இல்லை, இல்லவே இல்லை. 0
I-lai, i-lavē --l--. I----- i----- i----- I-l-i- i-l-v- i-l-i- -------------------- Illai, illavē illai.
Dat stoort mij niet. அ-னா-- -னக்-- -ொ-்----ு---்--. அ----- எ----- த-------- இ----- அ-ன-ல- எ-க-க- த-ந-த-ர-ு இ-்-ை- ------------------------------ அதனால் எனக்கு தொந்திரவு இல்லை. 0
A----- ----ku--o--ir----i-l-i. A----- e----- t-------- i----- A-a-ā- e-a-k- t-n-i-a-u i-l-i- ------------------------------ Ataṉāl eṉakku tontiravu illai.
Drinkt u iets? ந-ங்கள- -தாவத- -ு-ிக்கி-ீர்--ா? ந------ ஏ----- க--------------- ந-ங-க-் ஏ-ா-த- க-ட-க-க-ற-ர-க-ா- ------------------------------- நீங்கள் ஏதாவது குடிக்கிறீர்களா? 0
N-ṅ----ē--va-u--u-ikk--īr--ḷā? N----- ē------ k-------------- N-ṅ-a- ē-ā-a-u k-ṭ-k-i-ī-k-ḷ-? ------------------------------ Nīṅkaḷ ētāvatu kuṭikkiṟīrkaḷā?
Een cognac? ஒ-- -----்-ி? ஒ-- ப-------- ஒ-ு ப-ர-ன-ட-? ------------- ஒரு ப்ரான்டி? 0
O-u pr--ṭ-? O-- p------ O-u p-ā-ṭ-? ----------- Oru prāṉṭi?
Nee, liever een biertje. இல்-ை,---ந-தா-்-ஒரு -ி---. இ-------------- ஒ-- ப----- இ-்-ை-இ-ு-்-ா-் ஒ-ு ப-ய-்- -------------------------- இல்லை,இருந்தால் ஒரு பியர். 0
Ill-i,iruntāl -r--piya-. I------------ o-- p----- I-l-i-i-u-t-l o-u p-y-r- ------------------------ Illai,iruntāl oru piyar.
Reist u veel? நீங-கள----ற-ய--ய--் செ-்--ர்-ள-? ந------ ந---- ப---- ச----------- ந-ங-க-் ந-ற-ய ப-ண-் ச-ய-வ-ர-க-ா- -------------------------------- நீங்கள் நிறைய பயணம் செய்வீர்களா? 0
N-ṅ--ḷ --ṟ---- -ay-ṇa--ce---rka--? N----- n------ p------ c---------- N-ṅ-a- n-ṟ-i-a p-y-ṇ-m c-y-ī-k-ḷ-? ---------------------------------- Nīṅkaḷ niṟaiya payaṇam ceyvīrkaḷā?
Ja, meestal zijn dat zakenreizen. ஆ--ம்--த-க-் த-ழ-ல் -ு--யி-- --ன். ஆ----------- த----- ம------- த---- ஆ-ா-்-அ-ி-ம- த-ழ-ல- ம-ற-ய-ல- த-ன-. ---------------------------------- ஆமாம்,அதிகம் தொழில் முறையில் தான். 0
Ā---,--i-----o-i--m-ṟ-iyi--t-ṉ. Ā---------- t---- m------- t--- Ā-ā-,-t-k-m t-ḻ-l m-ṟ-i-i- t-ṉ- ------------------------------- Āmām,atikam toḻil muṟaiyil tāṉ.
Maar nu zijn we hier met vakantie. ஆனா-் -ப-ப-ழ-----ா--க---------ற-யி-்--ருக-கி----. ஆ---- இ-------- ந------ வ----------- இ----------- ஆ-ா-் இ-்-ொ-ு-ு ந-ங-க-் வ-ட-ம-ற-ய-ல- இ-ு-்-ி-ோ-்- ------------------------------------------------- ஆனால் இப்பொழுது நாங்கள் விடுமுறையில் இருக்கிறோம். 0
Ā-āl -ppo-utu---ṅ-aḷ -iṭ-m------l-i--k----m. Ā--- i------- n----- v----------- i--------- Ā-ā- i-p-ḻ-t- n-ṅ-a- v-ṭ-m-ṟ-i-i- i-u-k-ṟ-m- -------------------------------------------- Āṉāl ippoḻutu nāṅkaḷ viṭumuṟaiyil irukkiṟōm.
Wat een hitte! ம-க--ம--சூட-- இ--க---ற--! ம------ ச---- இ---------- ம-க-ு-் ச-ட-க இ-ு-்-ி-த-! ------------------------- மிகவும் சூடாக இருக்கிறது! 0
M--a-----ūṭā-a--ru--iṟ--u! M------ c----- i---------- M-k-v-m c-ṭ-k- i-u-k-ṟ-t-! -------------------------- Mikavum cūṭāka irukkiṟatu!
Ja, vandaag is het echt heet. ஆ-்--ன்று-ம------ ---ா--இ-ுக------. ஆ-------- ம------ ச---- இ---------- ஆ-்-இ-்-ு ம-க-ு-் ச-ட-க இ-ு-்-ி-த-. ----------------------------------- ஆம்.இன்று மிகவும் சூடாக இருக்கிறது. 0
Ām-------ik-v-m-cū-āka-ir---i--t-. Ā------ m------ c----- i---------- Ā-.-ṉ-u m-k-v-m c-ṭ-k- i-u-k-ṟ-t-. ---------------------------------- Ām.Iṉṟu mikavum cūṭāka irukkiṟatu.
Laten we naar het balkon gaan. ப-----ி---ு-செ--வ-ம் வ---ங-க--. ப---------- ச------- வ--------- ப-ல-க-ி-்-ு ச-ல-வ-ம- வ-ர-ங-க-்- ------------------------------- பால்கனிக்கு செல்வோம் வாருங்கள். 0
Pā--aṉ-k-u ----ōm -āru-kaḷ. P--------- c----- v-------- P-l-a-i-k- c-l-ō- v-r-ṅ-a-. --------------------------- Pālkaṉikku celvōm vāruṅkaḷ.
Morgen is hier een feestje. நாள----்---ஒ-- -ிர--்-ு இ---்க--த-. ந--- இ---- ஒ-- வ------- இ---------- ந-ள- இ-்-ு ஒ-ு வ-ர-ந-த- இ-ு-்-ி-த-. ----------------------------------- நாளை இங்கு ஒரு விருந்து இருக்கிறது. 0
Nāḷa---ṅk- o-u ------u-----k---tu. N---- i--- o-- v------ i---------- N-ḷ-i i-k- o-u v-r-n-u i-u-k-ṟ-t-. ---------------------------------- Nāḷai iṅku oru viruntu irukkiṟatu.
Komt u ook? ந-ங்கள--்-வ-ப்---ிற-ர----? ந-------- வ--------------- ந-ங-க-ு-் வ-ப-ப-க-ற-ர-க-ா- -------------------------- நீங்களும் வரப்போகிறீர்களா? 0
N-ṅka--m va---pōki-īrk--ā? N------- v---------------- N-ṅ-a-u- v-r-p-ō-i-ī-k-ḷ-? -------------------------- Nīṅkaḷum varappōkiṟīrkaḷā?
Ja, we zijn ook uitgenodigd. ஆ-்.-ங--ளை-ும்----த----ுக்கிற-ர்---. ஆ------------- அ-------------------- ஆ-்-எ-்-ள-ய-ம- அ-ை-்-ி-ு-்-ி-ா-்-ள-. ------------------------------------ ஆம்.எங்களையும் அழைத்திருக்கிறார்கள். 0
Ām.-ṅ--ḷ---um-a-ait-i-----ṟ-rk--. Ā------------ a------------------ Ā-.-ṅ-a-a-y-m a-a-t-i-u-k-ṟ-r-a-. --------------------------------- Ām.Eṅkaḷaiyum aḻaittirukkiṟārkaḷ.

Downloaden MP3 (.zip bestanden)

Taal en geschrift

Elke taal wordt voor de communicatie met mensen gebruikt. Wanneer we spreken willen we uitdrukken dat wat we denken en voelen. Daarbij hoeven we niet altijd aan de regels van onze taal houden. Wij gebruiken ons eigen taal, ons dagelijkse taal. De geschreven taal is iets anders. Hier zien we alle regels van onze taal. Het schrijven maakt de taal een echte taal. Het maakt de taal zichtbaar. Door middel van het schrijven wordt de kennis millennia lang doorgegeven. Daarom is het schrijven de grondlegger van elke ontwikkelde cultuur. Het eerste geschrift werd meer dan 5000 jaar geleden uitgevonden. Dat was het spijkerschrift van de Sumeriërs. Het werd geschreven op kleitabletten. Het spijkerschrift werd voor drieduizend jaar lang gebruikt. De hiërogliefen van de oude Egyptenaren bestaan ook zo lang. Dat hebben talloze geleerden bestudeerd. De hiërogliefen is een relatief ingewikkelde manier van schrijven. Het werd waarschijnlijk uitgevonden om zeer eenvoudige redenen. Het toenmalige Egypte was een enorm imperium met veel inwoners. Het alledaagse leven en vooral de economie moesten worden georganiseerd. Belastingen en rekeningen moesten efficiënt worden beheerd. Daarvoor hadden de oude Egyptenaren hun karakters ontwikkeld. Alfabetische schrijfsystemen gaan terug naar de Sumeriërs. Elke Schrift vertelt ons veel over de mensen die ze gingen gebruiken. Bovendien heeft elk land zijn eigen kenmerken in hun geschrift. Helaas ging het handschrift steeds meer verloren. Moderne technologie maakt het bijna overbodig. Dus: Ga niet alleen praten, maar schrijft u ook eens!
Wist je dat?
Kannada behoort tot de familie van de Dravidische talen. Deze wordt voornamelijk gesproken in het zuiden van India. Met de Indo-Arische talen van Noord-India is Kannada is niet verwant. Ongeveer 40 miljoen mensen spreken Kannada als moedertaal. Het wordt erkend als één van de 22 nationale talen van India. Kannada is een Agglutinatieve taal. Dat wil zeggen dat de grammaticale functies door Affixen worden uitgedrukt. De taal kan worden onderverdeeld in vier dialectgroepen. Tijdens het spreken onthullen de sprekers niet alleen waar ze vandaan komen. Men kan ook aan hun taal zien tot welke sociale klasse ze behoren. Het geschreven en gesproken Kannada verschilt aanzienlijk van elkaar. En net als veel andere Indiase talen heeft Kannada ook zijn eigen lettertype. Dit is een combinatie van het alfabet en lettergrepen. Het bestaat uit vele ronde tekens, die typisch zijn voor Zuid-Indiase geschriften. En om deze mooie letters te leren is echt leuk...