Taalgids

nl In de trein   »   lt Traukinyje

34 [vierendertig]

In de trein

In de trein

34 [trisdešimt keturi]

Traukinyje

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Litouws Geluid meer
Is dat de trein naar Berlijn? A- t-i tra-ki-y--- --rlyn-? A- t-- t-------- į B------- A- t-i t-a-k-n-s į B-r-y-ą- --------------------------- Ar tai traukinys į Berlyną? 0
Wanneer vertrekt de trein? K--- t-a--in-----vyksta? K--- t-------- i-------- K-d- t-a-k-n-s i-v-k-t-? ------------------------ Kada traukinys išvyksta? 0
Wanneer komt de trein in Berlijn aan? K-d- -ra-kin-s-a-v----a į-Ber-yną? K--- t-------- a------- į B------- K-d- t-a-k-n-s a-v-k-t- į B-r-y-ą- ---------------------------------- Kada traukinys atvyksta į Berlyną? 0
Pardon, mag ik er langs? A---p--š------ -al-u p-a--t-? A---------- a- g---- p------- A-s-p-a-a-, a- g-l-u p-a-i-i- ----------------------------- Atsiprašau, ar galiu praeiti? 0
Ik denk dat dat mijn plaats is. (-š- man-u- --- -a---an- -i---. (--- m----- k-- t-- m--- v----- (-š- m-n-u- k-d t-i m-n- v-e-a- ------------------------------- (Aš) manau, kad tai mano vieta. 0
Ik geloof dat u op mijn plaats zit. (A---man-u- -a- (jū-) s-di-e -an-----t---. (--- m----- k-- (---- s----- m--- v------- (-š- m-n-u- k-d (-ū-) s-d-t- m-n- v-e-o-e- ------------------------------------------ (Aš) manau, kad (jūs) sėdite mano vietoje. 0
Waar is de slaapwagen? Kur -r---iega---is v--on-s? K-- y-- m--------- v------- K-r y-a m-e-a-a-i- v-g-n-s- --------------------------- Kur yra miegamasis vagonas? 0
De slaapwagen is aan het eind van de trein. M-eg---sis-va-on-s-yr--t-au-i-io--a--. M--------- v------ y-- t-------- g---- M-e-a-a-i- v-g-n-s y-a t-a-k-n-o g-l-. -------------------------------------- Miegamasis vagonas yra traukinio gale. 0
En waar is de restauratiewagen? – Aan het begin. O --r-y-a v-go-a---estoran--? - -r-e-yj-. O k-- y-- v------------------ — P-------- O k-r y-a v-g-n-s-r-s-o-a-a-? — P-i-k-j-. ----------------------------------------- O kur yra vagonas-restoranas? — Priekyje. 0
Mag ik beneden slapen? Ar -a--u -i-g--------i---? A- g---- m------ a-------- A- g-l-u m-e-o-i a-a-i-j-? -------------------------- Ar galiu miegoti apačioje? 0
Mag ik in het midden slapen? A--gal-u-m-eg--i---duryj-? A- g---- m------ v-------- A- g-l-u m-e-o-i v-d-r-j-? -------------------------- Ar galiu miegoti viduryje? 0
Mag ik boven slapen? A- -a-iu -ie-o-- vir--je? A- g---- m------ v------- A- g-l-u m-e-o-i v-r-u-e- ------------------------- Ar galiu miegoti viršuje? 0
Wanneer zijn we bij de grens? K-d- -ū---- prie-sien-s? K--- b----- p--- s------ K-d- b-s-m- p-i- s-e-o-? ------------------------ Kada būsime prie sienos? 0
Hoe lang duurt de reis naar Berlijn? K-ek---unka -e-ion- į---r--ną? K--- t----- k------ į B------- K-e- t-u-k- k-l-o-ė į B-r-y-ą- ------------------------------ Kiek trunka kelionė į Berlyną? 0
Heeft de trein vertraging? A--t--uk-nys vė--o--? A- t-------- v------- A- t-a-k-n-s v-l-o-a- --------------------- Ar traukinys vėluoja? 0
Heeft u iets te lezen? Ar tu---e-ką n--s paska-t---? A- t----- k- n--- p---------- A- t-r-t- k- n-r- p-s-a-t-t-? ----------------------------- Ar turite ką nors paskaityti? 0
Kun je hier iets te eten en te drinken krijgen? Ar --a-g--i-- ----i--- n-r----a)--al---- i- -a-si- -ert-? A- č-- g----- g---- k- n--- (--- v------ i- (----- g----- A- č-a g-l-m- g-u-i k- n-r- (-a- v-l-y-i i- (-t-i- g-r-i- --------------------------------------------------------- Ar čia galima gauti ko nors (pa) valgyti ir (atsi) gerti? 0
Kunt u mij om 7.00 uur wekken? A----l--e m--- -a-adi-t- ---s-ptint-- -al---ą? A- g----- m--- p-------- 7 (--------- v------- A- g-l-t- m-n- p-ž-d-n-i 7 (-e-t-n-ą- v-l-n-ą- ---------------------------------------------- Ar galite mane pažadinti 7 (septintą) valandą? 0

Baby's zijn liplezers!

Als baby's leren praten, kijken ze naar de lippen van hun ouders. Dat hebben ontwikkelingspsychologen ontdekt. Bij ongeveer zes maanden oud beginnen baby's te liplezen. Ze leren hoe ze hun mond moeten vormen om geluiden te produceren. Als baby's één jaar oud zijn, beginnen ze al enkele woorden te begrijpen. Vanaf deze leeftijd kijken ze de mensen opnieuw in de ogen. Zo krijgen ze heel wat belangrijke informatie binnen. Ze kunnen in de ogen van hun ouders zien of ze blij of verdrietig zijn. Ze leren hierdoor de wereld van gevoelens kennen. Het wordt interessant als we samen in een vreemde taal gaan praten. Dan beginnen baby's namelijk weer te liplezen. Daardoor leren ze ook vreemde geluiden te herkennen. Als u praat met baby's, moet u ze altijd aankijken. Daarnaast gebruiken baby's hun taalontwikkeling voor een dialoog, Ouders gaan namelijk vaak herhalen wat baby's zeggen. Zo krijgen baby's een terugkoppeling. Dit is van groot belang voor kleine kinderen. Ze weten dan dat ze begrepen worden. Deze bevestiging motiveert de baby's. Ze hebben daarmee meer plezier met het leren praten. Het is niet voor baby's niet genoeg om alleen audio geluiden te laten afspelen. Studies hebben aangetoond dat baby's werkelijk kunnen liplezen. In experimenten werden aan kleine kinderen video's zonder geluid getoond. Dat waren video's in de moedertaal van de baby's en in vreemde talen. De baby's keken langer naar de video's in hun eigen taal. Ze waren daarbij ook meer oplettend. De eerste woorden van baby's zijn echter wereldwijd hetzelfde. Mama en papa - dat is in alle talen gemakkelijk uit te spreken.
Wist je dat?
Pools behoort tot de West-Slavische talen. Het is de moedertaal van meer dan 45 miljoen mensen. Ze leven vooral in Polen en in verschillende landen van Oost-Europa. Poolse emigranten hebben hun eigen taal ook naar andere continenten gebracht. Zo zijn er 60 miljoen mensen wereldwijd die Pools spreken. Zo is het na Russisch de meest gesproken Slavische taal. Pools is nauw verwant met Tsjechisch en Slowaaks. De moderne Poolse literaire taal is voortgekomen uit verschillende dialecten. Er zijn tegenwoordig nauwelijks nog dialecten, omdat de meeste Polen de standaardtaal gebruiken. Het Poolse Alfabet wordt in het Latijn geschreven, en heeft 35 letters. Op de voorlaatste lettergreep van een woord zal altijd de nadruk liggen. De grammatica onderscheidt zeven gevallen en drie geslachten. Bijna elk woordeinde is dus gedaald of geconjugeerd. Pools behoort daardoor niet per se tot de makkelijkste talen... Maar het wordt al snel één van de belangrijkste talen van Europa!