Taalgids

nl Boodschappen doen   »   fr Faire des courses

51 [eenenvijftig]

Boodschappen doen

Boodschappen doen

51 [cinquante et un]

Faire des courses

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Frans Geluid meer
Ik wil naar de bibliotheek. Je---ux a---r à-l- -i--i--h-que. J- v--- a---- à l- b------------ J- v-u- a-l-r à l- b-b-i-t-è-u-. -------------------------------- Je veux aller à la bibliothèque. 0
Ik wil naar de boekhandel. J- ve-- -l-e-----a lib-a----. J- v--- a---- à l- l--------- J- v-u- a-l-r à l- l-b-a-r-e- ----------------------------- Je veux aller à la librairie. 0
Ik wil naar de krantenwinkel. Je-v--x--ll-r---------u-. J- v--- a---- a- k------- J- v-u- a-l-r a- k-o-q-e- ------------------------- Je veux aller au kiosque. 0
Ik wil een boek lenen. J- v-ux e---------u---i--e. J- v--- e-------- u- l----- J- v-u- e-p-u-t-r u- l-v-e- --------------------------- Je veux emprunter un livre. 0
Ik wil een boek kopen. Je v-u---c----r -n -ivre. J- v--- a------ u- l----- J- v-u- a-h-t-r u- l-v-e- ------------------------- Je veux acheter un livre. 0
Ik wil een krant kopen. J- veu--a-heter-u- jou--a-. J- v--- a------ u- j------- J- v-u- a-h-t-r u- j-u-n-l- --------------------------- Je veux acheter un journal. 0
Ik wil naar de bibliotheek om een boek te lenen. J--v--- al--- à-l- ----i------e po---emp---t---u-------. J- v--- a---- à l- b----------- p--- e-------- u- l----- J- v-u- a-l-r à l- b-b-i-t-è-u- p-u- e-p-u-t-r u- l-v-e- -------------------------------------------------------- Je veux aller à la bibliothèque pour emprunter un livre. 0
Ik wil naar de boekhandel om een boek te kopen. Je--e-x--ll-r-- -------airie pour-ac------un--ivre. J- v--- a---- à l- l-------- p--- a------ u- l----- J- v-u- a-l-r à l- l-b-a-r-e p-u- a-h-t-r u- l-v-e- --------------------------------------------------- Je veux aller à la librairie pour acheter un livre. 0
Ik wil naar de krantenwinkel om een krant te kopen. Je-v-ux-a-ler a- k-o-que---ur ----t-r u- j-ur-a-. J- v--- a---- a- k------ p--- a------ u- j------- J- v-u- a-l-r a- k-o-q-e p-u- a-h-t-r u- j-u-n-l- ------------------------------------------------- Je veux aller au kiosque pour acheter un journal. 0
Ik wil naar de opticien. Je-ve-x-a-le- -he-----pt--i-n. J- v--- a---- c--- l---------- J- v-u- a-l-r c-e- l-o-t-c-e-. ------------------------------ Je veux aller chez l’opticien. 0
Ik wil naar de supermarkt. J- ve-x----e------u---m--ché. J- v--- a---- a- s----------- J- v-u- a-l-r a- s-p-r-a-c-é- ----------------------------- Je veux aller au supermarché. 0
Ik wil naar de bakker. Je ve-x--ller -----l- ----a-g-r. J- v--- a---- c--- l- b--------- J- v-u- a-l-r c-e- l- b-u-a-g-r- -------------------------------- Je veux aller chez le boulanger. 0
Ik wil een bril kopen. Je -eu----het---un--paire de-l-net--s. J- v--- a------ u-- p---- d- l-------- J- v-u- a-h-t-r u-e p-i-e d- l-n-t-e-. -------------------------------------- Je veux acheter une paire de lunettes. 0
Ik wil groenten en fruit kopen. Je---ux----et-r d-s f---ts -t-des -é---e-. J- v--- a------ d-- f----- e- d-- l------- J- v-u- a-h-t-r d-s f-u-t- e- d-s l-g-m-s- ------------------------------------------ Je veux acheter des fruits et des légumes. 0
Ik wil broodjes en brood kopen. J--ve-x ache-e- d-s pet-----a-n- et--- --in. J- v--- a------ d-- p----- p---- e- d- p---- J- v-u- a-h-t-r d-s p-t-t- p-i-s e- d- p-i-. -------------------------------------------- Je veux acheter des petits pains et du pain. 0
Ik wil naar de opticiën om een bril te kopen. Je -eu- all-- ---z-l--ptic--n-p--- ac-ete--une--a----de---nette-. J- v--- a---- c--- l--------- p--- a------ u-- p---- d- l-------- J- v-u- a-l-r c-e- l-o-t-c-e- p-u- a-h-t-r u-e p-i-e d- l-n-t-e-. ----------------------------------------------------------------- Je veux aller chez l’opticien pour acheter une paire de lunettes. 0
Ik wil naar de supermarkt om groenten en fruit te kopen. Je -e-x ----r--- s--------h- -----ac-e-e--des fru--s ------ ---u---. J- v--- a---- a- s---------- p--- a------ d-- f----- e- d-- l------- J- v-u- a-l-r a- s-p-r-a-c-é p-u- a-h-t-r d-s f-u-t- e- d-s l-g-m-s- -------------------------------------------------------------------- Je veux aller au supermarché pour acheter des fruits et des légumes. 0
Ik wil naar de bakker om broodjes en brood te kopen. J---e-- al--r-c-e- le bo--a---- p-u- ach-------- p---ts-p-i-- ----- --i-. J- v--- a---- c--- l- b-------- p--- a------ d-- p----- p---- e- d- p---- J- v-u- a-l-r c-e- l- b-u-a-g-r p-u- a-h-t-r d-s p-t-t- p-i-s e- d- p-i-. ------------------------------------------------------------------------- Je veux aller chez le boulanger pour acheter des petits pains et du pain. 0

Minderheidstalen binnen Europa

In Europa worden veel verschillende talen gesproken. De meeste van hen zijn Indo-Europese talen. Naast de grote nationale talen zijn er vele kleine talen. Dat zijn minderheidstalen. Minderheidstalen zijn anders dan de officiële talen. Het zijn geen dialecten. Ook de minderheidstalen zijn niet de talen van immigranten. Minderheidstalen zijn altijd als etnische talen bepaald. Dat wil zeggen dat het talen van bepaalde etnische groepen zijn. Europa heeft bijna elk land minderheidstalen. Dat zijn er ongeveer 40 talen in de Europese Unie. Sommige minderheidstalen worden in slechts één land gesproken. Hieronder valt bijvoorbeeld het Sorbisch in Duitsland. Het Romani echter spreken mensen in veel Europese landen. Minderheidstalen hebben een speciale status. Omdat ze door slechts een relatief kleine groep gesproken worden. Deze groepen kunnen zich niet veroorloven om hun eigen scholen op te bouwen. Ook is het voor hun moeilijk een eigen literatuur te publiceren. Vele minderheidstalen zijn dan ook met het uitsterven bedreigd. De Europese Unie wil de minderheidstalen beschermen. Omdat elke taal een belangrijk onderdeel van een cultuur of identiteit is. Sommige landen hebben geen staat en zullen alleen maar als een minderheid bestaan. Verscheidene programma's en projecten willen hun talen bevorderen. Zo zijn ze van plan om de cultuur van kleinere etnische groepen te behouden. Toch zal een aantal minderheidstalen snel verdwijnen. Hieronder valt het Livonisch dat in een provincie van Letland wordt gesproken. Ongeveer 20 personen zijn nog Livonische moedertaalsprekers. Dit is de Liv taal in het kleinste Europa ...
Wist je dat?
Het Urdu behoort tot de familie van de Indo-Iraanse talen. Het wordt in Pakistan en een aantal Indiase deelstaten gesproken. Het Urdu is de moedertaal van ongeveer 60 miljoen mensen. In Pakistan is het de nationale taal. In India wordt het als één van de 22 officiële talen van het land erkend. Met Hindi is Urdu zeer nauw verwant. Kortom, de twee talen zijn slechts twee sociolecten van het Hindoestaans. Dit is in de 13e eeuw ontstaan uit verschillende talen in het noorden van India. Urdu en Hindi worden nu als twee afzonderlijke talen beschouwd. De sprekers van deze talen kunnen gemakkelijk met elkaar communiceren. Wat duidelijk anders is zijn de tekensystemen. Urdu wordt met een variant van het Perzisch-Arabische alfabet geschreven, Hindi niet. Als literaire taal is Urdu van groot belang. Ook in grote filmproducties wordt het zeer vaak gebruikt. Leer Urdu, het is een sleutel tot de cultuur van Zuid-Azië!