Taalgids

nl Werken   »   de Arbeiten

55 [vijfenvijftig]

Werken

Werken

55 [fünfundfünfzig]

Arbeiten

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Duits Geluid meer
Wat voor werk doet u? W-s--a-h-n --e--er---ich? W-- m----- S-- b--------- W-s m-c-e- S-e b-r-f-i-h- ------------------------- Was machen Sie beruflich? 0
Mijn man werkt als arts. Me----ann --- Arzt--o--Be-u-. M--- M--- i-- A--- v-- B----- M-i- M-n- i-t A-z- v-n B-r-f- ----------------------------- Mein Mann ist Arzt von Beruf. 0
Ik werk parttime als verpleegster. I-- -rb--t---al----s--ls----n-e-s-h--ste-. I-- a------ h------- a-- K---------------- I-h a-b-i-e h-l-t-g- a-s K-a-k-n-c-w-s-e-. ------------------------------------------ Ich arbeite halbtags als Krankenschwester. 0
Wij zullen gauw ons pensioen ontvangen. Ba-d b--o-m-n---- -e---. B--- b------- w-- R----- B-l- b-k-m-e- w-r R-n-e- ------------------------ Bald bekommen wir Rente. 0
Maar de belastingen zijn hoog. Ab-- --e---eue-n -i-- h---. A--- d-- S------ s--- h---- A-e- d-e S-e-e-n s-n- h-c-. --------------------------- Aber die Steuern sind hoch. 0
En de ziektekostenverzekering is duur. U-- die--r-nk-n-e--iche--n- ist--oc-. U-- d-- K------------------ i-- h---- U-d d-e K-a-k-n-e-s-c-e-u-g i-t h-c-. ------------------------------------- Und die Krankenversicherung ist hoch. 0
Wat wil je worden? Was wi-l-- -u--inmal--er---? W-- w----- d- e----- w------ W-s w-l-s- d- e-n-a- w-r-e-? ---------------------------- Was willst du einmal werden? 0
Ik wil graag ingenieur worden. I-h --c-te---g--ieur-werden. I-- m----- I-------- w------ I-h m-c-t- I-g-n-e-r w-r-e-. ---------------------------- Ich möchte Ingenieur werden. 0
Ik wil naar de universiteit gaan. I-h--il--an-der--n---r---ä-------er-n. I-- w--- a- d-- U---------- s--------- I-h w-l- a- d-r U-i-e-s-t-t s-u-i-r-n- -------------------------------------- Ich will an der Universität studieren. 0
Ik ben stagiaire. Ic--bi----akt-k--t. I-- b-- P---------- I-h b-n P-a-t-k-n-. ------------------- Ich bin Praktikant. 0
Ik verdien niet veel. I-h--erd---e n-cht v-el. I-- v------- n---- v---- I-h v-r-i-n- n-c-t v-e-. ------------------------ Ich verdiene nicht viel. 0
Ik loop stage in het buitenland. I-----c-e--in-----ti------ -uslan-. I-- m---- e-- P-------- i- A------- I-h m-c-e e-n P-a-t-k-m i- A-s-a-d- ----------------------------------- Ich mache ein Praktikum im Ausland. 0
Dit is mijn baas. Da- i-t-me-------. D-- i-- m--- C---- D-s i-t m-i- C-e-. ------------------ Das ist mein Chef. 0
Ik heb leuke collega’s. I-- --be -e--- Ko-l--en. I-- h--- n---- K-------- I-h h-b- n-t-e K-l-e-e-. ------------------------ Ich habe nette Kollegen. 0
We gaan iedere middag naar de kantine. Mi----s ge----w---i-m-- -- --- Kan-i-e. M------ g---- w-- i---- i- d-- K------- M-t-a-s g-h-n w-r i-m-r i- d-e K-n-i-e- --------------------------------------- Mittags gehen wir immer in die Kantine. 0
Ik ben op zoek naar een baan. I-h su-he --n- Stel-e. I-- s---- e--- S------ I-h s-c-e e-n- S-e-l-. ---------------------- Ich suche eine Stelle. 0
Ik ben al een jaar werkloos. Ic---i- -ch-- e-n --h--a--e--s-o-. I-- b-- s---- e-- J--- a---------- I-h b-n s-h-n e-n J-h- a-b-i-s-o-. ---------------------------------- Ich bin schon ein Jahr arbeitslos. 0
Er zijn te vele werklozen in dit land. In--i--e--Lan- gi-t----z----e------eit---se. I- d----- L--- g--- e- z- v---- A----------- I- d-e-e- L-n- g-b- e- z- v-e-e A-b-i-s-o-e- -------------------------------------------- In diesem Land gibt es zu viele Arbeitslose. 0

Herinnering heeft een taal nodig

De eerste schooldag herinneren de meeste mensen zich nog wel. Wat er daarvoor gebeurde, dat weten ze niet meer. Van onze eerste levensjaren kunnen we niet veel meer herinneren Wat is de reden hiervan? Waarom herinneren wij ons niet meer wat wij beleefd hebben toen we nog een baby waren? De oorzaak is te vinden in de ontwikkeling. De taal en het geheugen worden ongeveer tegen dezelfde tijd ontwikkeld. En om iets te kunnen herinneren moeten mensen de taal gebruiken. Dat betekent dat hij al woorden nodig heeft voor wat hij heeft meegemaakt. Wetenschappers hebben verscheidene proeven bij kinderen uitgevoerd. Daarbij hebben ze een interessante ontdekking opgedaan. Zodra kinderen leren praten, vergeten ze alles wat daarvoor gebeurde. Het begin van de taal is dus ook het begin van de herinneringen. In de eerste drie jaar van hun leven gaan de kinderen zeer veel leren. Ze beleven elke dag weer nieuwe dingen. Ook gaan ze op deze leeftijd veel belangrijke ervaringen opdoen. Desondanks gaat het allemaal weer verloren. Psychologen noemen dit fenomeen een infantiele amnesie. Alleen de dingen die ze kunnen aanwijzen blijven bij de kinderen. Persoonlijke ervaringen worden door het autobiografisch geheugen bewaard. Het functioneert als een dagboek. Alle belangrijke dingen in het leven worden daar opgeslagen. Zo gaat het autobiografische geheugen vorm aan onze identiteit geven. Zijn ontwikkeling hangt echter af door de moedertaal te leren. En alleen door onze taal kunnen we ons geheugen activeren. Alle dingen die we als baby geleerd hebben, zijn natuurlijk niet echt weg. Het wordt ergens in onze hersenen opgeslagen. Maar we kunnen het niet meer terughalen... - Is dat niet erg jammer?