Taalgids

nl Bij de dokter   »   pl U lekarza

57 [zevenenvijftig]

Bij de dokter

Bij de dokter

57 [pięćdziesiąt siedem]

U lekarza

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
Ik heb een afspraak bij de dokter. J--t-m u-ó--on--do lekar--. J----- u------- d- l------- J-s-e- u-ó-i-n- d- l-k-r-a- --------------------------- Jestem umówiony do lekarza. 0
Ik heb om tien uur (’s ochtends) een afspraak. M---wiz--- o-(-od-i-ie--------ąte-. M-- w----- o (--------- d---------- M-m w-z-t- o (-o-z-n-e- d-i-s-ą-e-. ----------------------------------- Mam wizytę o (godzinie) dziesiątej. 0
Wat is uw naam? J-- się-p-----pa-i--azy-a? J-- s-- p-- / p--- n------ J-k s-ę p-n / p-n- n-z-w-? -------------------------- Jak się pan / pani nazywa? 0
Wilt u in de wachtkamer plaats nemen? P-oszę ------ ---oc-----n-. P----- u----- w p---------- P-o-z- u-i-ś- w p-c-e-a-n-. --------------------------- Proszę usiąść w poczekalni. 0
De dokter komt er zo aan. Lek--z z---z--rzyjd-ie. L----- z---- p--------- L-k-r- z-r-z p-z-j-z-e- ----------------------- Lekarz zaraz przyjdzie. 0
Bij welke verzekeringsmaatschappij bent u verzekerd? G--i- ---- --n /--a------z---czony-/ -b-----c-ona? G---- j--- p-- / p--- u----------- / u------------ G-z-e j-s- p-n / p-n- u-e-p-e-z-n- / u-e-p-e-z-n-? -------------------------------------------------- Gdzie jest pan / pani ubezpieczony / ubezpieczona? 0
Wat kan ik voor u doen? Co m-g- d-a p-n- / -a-i---obić? C- m--- d-- p--- / p--- z------ C- m-g- d-a p-n- / p-n- z-o-i-? ------------------------------- Co mogę dla pana / pani zrobić? 0
Heeft u pijn? M--p-n-- pa-i--óle? M- p-- / p--- b---- M- p-n / p-n- b-l-? ------------------- Ma pan / pani bóle? 0
Waar doet het zeer? G---e--oli? G---- b---- G-z-e b-l-? ----------- Gdzie boli? 0
Ik heb altijd rugpijn. C--gle --l--m------ecy. C----- b--- m--- p----- C-ą-l- b-l- m-i- p-e-y- ----------------------- Ciągle bolą mnie plecy. 0
Ik heb vaak hoofdpijn. Częst- b----mn-e-g-o-a. C----- b--- m--- g----- C-ę-t- b-l- m-i- g-o-a- ----------------------- Często boli mnie głowa. 0
Ik heb af en toe buikpijn. C----m--oli-mni--b-----. C----- b--- m--- b------ C-a-e- b-l- m-i- b-z-c-. ------------------------ Czasem boli mnie brzuch. 0
Kunt u uw hemd uittrekken? Pr-------z--r-ć------- po---y! P----- r------- s-- d- p------ P-o-z- r-z-b-a- s-ę d- p-ł-w-! ------------------------------ Proszę rozebrać się do połowy! 0
Gaat u alstublieft op de onderzoekstafel liggen! Pro-z----ło--ć---ę--a----e-c-! P----- p------ s-- n- k------- P-o-z- p-ł-ż-ć s-ę n- k-z-t-e- ------------------------------ Proszę położyć się na kozetce! 0
Uw bloeddruk is in orde. C-śn-eni--k-wi je---w-p-r-----. C-------- k--- j--- w p-------- C-ś-i-n-e k-w- j-s- w p-r-ą-k-. ------------------------------- Ciśnienie krwi jest w porządku. 0
Ik geef u een injectie. D-m p------pani -a-tr-yk. D-- p--- / p--- z-------- D-m p-n- / p-n- z-s-r-y-. ------------------------- Dam panu / pani zastrzyk. 0
Ik schrijf u pillen voor. D-m p-nu /---ni-tabl-tki. D-- p--- / p--- t-------- D-m p-n- / p-n- t-b-e-k-. ------------------------- Dam panu / pani tabletki. 0
Ik geef u een recept voor de apotheek. D-m --n- /-pan--recep-------rea---o-a--a w a--ec-. D-- p--- / p--- r------ d- z------------ w a------ D-m p-n- / p-n- r-c-p-ę d- z-e-l-z-w-n-a w a-t-c-. -------------------------------------------------- Dam panu / pani receptę do zrealizowania w aptece. 0

Lange woorden, korte woorden

Hoe lang een woord is, hangt van de inhoudsinformatie af. Dat heeft een Amerikaanse studie aangetoond. De onderzoekers hebben woorden uit tien Europese talen bestudeerd. Dit werd met behulp van een computer gedaan. De computer analyseerde met een programma verschillende woorden. Met een formule berekende hij het informatiegehalte. Het resultaat was duidelijk. Hoe korter een woord is, hoe minder informatie het uitvoert. Het is interessant om te weten dat we vaker korte woorden in plaats van lange gebruiken. De reden kan aan de efficiëntie van de taal liggen. Als we praten dan gaan we ons op het belangrijkste richten. Woorden zonder al te veel informatie mogen niet te lang zijn. Dit zorgt ervoor dat we niet te veel tijd zullen besteden aan onbelangrijke dingen. Het verband tussen de lengte en de inhoud heeft nog een ander voordeel. Het zorgt ervoor dat de informatie altijd constant blijft. Dat wil zeggen, in een bepaalde tijd zeggen wij steeds evenveel. Wij zijn bijvoorbeeld in staat om een paar lange woorden te zeggen. Of we zeggen veel korte woorden. Het maakt niet uit wat we kiezen: Het informatiegehalte blijft hetzelfde. Onze spraak heeft daardoor ook een gelijkmatig ritme. Dat maakt het voor de luisteraars veel eenvoudiger om ons te volgen. Het zou erg zijn als de hoeveelheid informatie altijd gaat variëren. Onze luisteraars kunnen zich niet goed aan onze taal aanpassen. Het inzicht zou daardoor moeilijker zijn. Wie zo goed mogelijk begrepen wil worden, die moet kiezen voor korte woorden. Omdat korte woorden beter worden begrepen dan langere woorden. Daarom het begrip Keep It Short and Simple ! Kortweg: KISS!