Taalgids

nl Lichaamsdelen   »   ca Les parts del cos

58 [achtenvijftig]

Lichaamsdelen

Lichaamsdelen

58 [cinquanta-vuit]

Les parts del cos

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Catalaans Geluid meer
Ik ben een man aan het tekenen. D-bui-o--n ho--. D------ u- h---- D-b-i-o u- h-m-. ---------------- Dibuixo un home. 0
Eerst het hoofd. Pr-me---l----. P----- e- c--- P-i-e- e- c-p- -------------- Primer el cap. 0
De man draagt een hoed. L-home-----a--n--ar-e-. L----- p---- u- b------ L-h-m- p-r-a u- b-r-e-. ----------------------- L’home porta un barret. 0
Je kan zijn haar niet zien. El- -abel---no e- veu--. E-- c------ n- e- v----- E-s c-b-l-s n- e- v-u-n- ------------------------ Els cabells no es veuen. 0
Je kan ook zijn oren niet zien. L-- -r-lle--tam-oc ------en. L-- o------ t----- e- v----- L-s o-e-l-s t-m-o- e- v-u-n- ---------------------------- Les orelles tampoc es veuen. 0
Je kan ook zijn rug niet zien. L’e--u--- t-mpoc e-----. L-------- t----- e- v--- L-e-q-e-a t-m-o- e- v-u- ------------------------ L’esquena tampoc es veu. 0
Ik ben de ogen en de mond aan het tekenen. Dibuixo---- ull--i l---o--. D------ e-- u--- i l- b---- D-b-i-o e-s u-l- i l- b-c-. --------------------------- Dibuixo els ulls i la boca. 0
De man danst en lacht. L-home -a--a---r-u. L----- b---- i r--- L-h-m- b-l-a i r-u- ------------------- L’home balla i riu. 0
De man heeft een lange neus. L-h-------u----s lla-g. L----- t- u- n-- l----- L-h-m- t- u- n-s l-a-g- ----------------------- L’home té un nas llarg. 0
Hij draagt een stok in zijn handen. (El-)-p---a--- bastó-- les ma-s. (---- p---- u- b---- a l-- m---- (-l-) p-r-a u- b-s-ó a l-s m-n-. -------------------------------- (Ell) porta un bastó a les mans. 0
Hij draagt ook een sjaal om zijn nek. T---é-p---a---a---f-nda a--volt--t d-- co-l. T---- p---- u-- b------ a- v------ d-- c---- T-m-é p-r-a u-a b-f-n-a a- v-l-a-t d-l c-l-. -------------------------------------------- També porta una bufanda al voltant del coll. 0
Het is winter en het is koud. É- -’-i--rn - fa --e-. É- l------- i f- f---- É- l-h-v-r- i f- f-e-. ---------------------- És l’hivern i fa fred. 0
De armen zijn gespierd. E-s -r--o- só- mu--ul---. E-- b----- s-- m--------- E-s b-a-o- s-n m-s-u-a-s- ------------------------- Els braços són musculats. 0
De benen zijn ook gespierd. L-s -am-s -ón--u-cu-os--. L-- c---- s-- m---------- L-s c-m-s s-n m-s-u-o-e-. ------------------------- Les cames són musculoses. 0
De man is van sneeuw. L’--me -s----ne-. L----- é- d- n--- L-h-m- é- d- n-u- ----------------- L’home és de neu. 0
Hij draagt geen broek en geen jas. (E-l- -o -ort--n- -an-alo-s-ni -bri-. (---- n- p---- n- p-------- n- a----- (-l-) n- p-r-a n- p-n-a-o-s n- a-r-c- ------------------------------------- (Ell) no porta ni pantalons ni abric. 0
Maar de man bevriest niet. Però-l’h--- -- -é--r--. P--- l----- n- t- f---- P-r- l-h-m- n- t- f-e-. ----------------------- Però l’home no té fred. 0
Hij is een sneeuwman. És u----not--- ne-. É- u- n---- d- n--- É- u- n-n-t d- n-u- ------------------- És un ninot de neu. 0

De taal van onze voorouders

De moderne talen kunnen worden bestudeerd door taalkundigen. Hiervoor worden verschillende methoden toegepast. Maar hoe spraken de mensen duizenden jaren geleden? Het is veel moeilijker om deze vraag te beantwoorden. Maar wetenschappers werken hier al jaren aan. Zij zouden willen ontdekken hoe vroeger gesproken werd. Hiervoor proberen ze oude taalvormen te reconstrueren. Amerikaanse onderzoekers hebben nu een spannende ontdekking gemaakt. Ze hebben meer dan 2000 talen geanalyseerd. Daarbij gingen ze vooral de zinsopbouw van de taal onderzoeken. Het resultaat van hun onderzoek was zeer interessant. Ongeveer de helft van de talen heeft een S-O-V zinsopbouw. Dat wil zeggen dat het principe onderwerp, object, werkwoord ( Eng. subject, object, verb Meer dan 700 talen volgen het patroon S-V-O. En ongeveer 160 talen gaan de VSO-systeem toepassen. De V-O-S-patroon wordt door ongeveer 40 talen gebruikt. 120 talen tonen gemengde vormen. OVS en OSV zijn systemen die beduidend minder vaak voorkomen. Het merendeel van de talen die onderzocht waren, maakt dus gebruik van de SOV-principe. Daartoe behoren bijvoorbeeld Perzisch, Japans en Turks. De meeste moderne talen volgen het SVO patroon. In de Indo-Europese familie overheerst tegenwoordig deze zinsopbouw. De onderzoekers zijn van mening dat men vroeger met de SOV-model spraken. Op dit systeem zijn alle talen gebaseerd. Maar daarna zijn de talen van elkaar afgeweken. Waarom dit gebeurd is weet nog niemand. De variatie van de zinsopbouw moet een reden hebben gehad. Door de evolutie gaat alleen wat voordelen heeft zich handhaven ..