Taalgids

nl Vragen stellen 1   »   he ‫לשאול שאלות 1‬

62 [tweeënzestig]

Vragen stellen 1

Vragen stellen 1

‫62 [שישים ושתיים]‬

62 [shishim ushtaim]

‫לשאול שאלות 1‬

[lish'ol she'elot 1]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Hebreeuws Geluid meer
leren ‫ללמו-‬ ‫------ ‫-ל-ו-‬ ------- ‫ללמוד‬ 0
l-l--d l----- l-l-o- ------ lilmod
Leren de leerlingen veel? ‫-ת-מ-די--לו-ד-ם -רב--‬ ‫-------- ל----- ה----- ‫-ת-מ-ד-ם ל-מ-י- ה-ב-?- ----------------------- ‫התלמידים לומדים הרבה?‬ 0
h-ta--i--m-l-m-i- --r-eh? h--------- l----- h------ h-t-l-i-i- l-m-i- h-r-e-? ------------------------- hatalmidim lomdim harbeh?
Nee, ze leren weinig. ‫--,--- ----י- -עט.‬ ‫--- ה- ל----- מ---- ‫-א- ה- ל-מ-י- מ-ט-‬ -------------------- ‫לא, הם לומדים מעט.‬ 0
l-, hem lo--i- -e-at. l-- h-- l----- m----- l-, h-m l-m-i- m-'-t- --------------------- lo, hem lomdim me'at.
vragen ‫ל---ל‬ ‫------ ‫-ש-ו-‬ ------- ‫לשאול‬ 0
lis---l l------ l-s-'-l ------- lish'ol
Vraagt u het vaak aan de leraar? ‫-----ה---א--/ ת-את--מורה שא--ת -עי--ם --ו---?‬ ‫-- / ה ש--- / ת א- ה---- ש---- ל----- ק------- ‫-ת / ה ש-א- / ת א- ה-ו-ה ש-ל-ת ל-י-י- ק-ו-ו-?- ----------------------------------------------- ‫את / ה שואל / ת את המורה שאלות לעיתים קרובות?‬ 0
atah/at-sh-'--/s--'e--t --e-e-ot et---mu----l'--tim-qrov--? a------ s-------------- s------- e- h------ l------ q------ a-a-/-t s-o-e-/-h-'-l-t s-e-e-o- e- h-m-r-h l-e-t-m q-o-o-? ----------------------------------------------------------- atah/at sho'el/sho'elet she'elot et hamureh l'eytim qrovot?
Nee, ik vraag het hem niet vaak. ‫ל-,-א-י ------- --ת א--ו-----י------ות-‬ ‫--- א-- ל- ש--- / ת א--- ל----- ק------- ‫-א- א-י ל- ש-א- / ת א-ת- ל-י-י- ק-ו-ו-.- ----------------------------------------- ‫לא, אני לא שואל / ת אותו לעיתים קרובות.‬ 0
l---a-i ----ho-e----o'el---------e---- q----t. l-- a-- l- s-------------- o-- l------ q------ l-, a-i l- s-o-e-/-h-'-l-t o-o l-e-t-m q-o-o-. ---------------------------------------------- lo, ani lo sho'el/sho'elet oto l'eytim qrovot.
antwoorden ‫לע--ת‬ ‫------ ‫-ע-ו-‬ ------- ‫לענות‬ 0
la'anot l------ l-'-n-t ------- la'anot
Antwoord, a.u.b. ‫ת-נ--- ----קש-.‬ ‫---- / י ב------ ‫-ע-ה / י ב-ק-ה-‬ ----------------- ‫תענה / י בבקשה.‬ 0
t--ane---a'an--b'-aq--ha-. t------------- b---------- t-'-n-h-t-'-n- b-v-q-s-a-. -------------------------- ta'aneh/ta'ani b'vaqashah.
Ik antwoord. ‫--י-עונ-.‬ ‫--- ע----- ‫-נ- ע-נ-.- ----------- ‫אני עונה.‬ 0
ani-o-----nah. a-- o--------- a-i o-e-/-n-h- -------------- ani oneh/onah.
werken ‫--בוד‬ ‫------ ‫-ע-ו-‬ ------- ‫לעבוד‬ 0
la'-vod l------ l-'-v-d ------- la'avod
Werkt hij nu? ‫-ו- --בד-----‬ ‫--- ע--- כ---- ‫-ו- ע-ב- כ-ת-‬ --------------- ‫הוא עובד כעת?‬ 0
h---ved ka--t? h- o--- k----- h- o-e- k-'-t- -------------- hu oved ka'et?
Ja, hij werkt nu. ‫כ-,--וא--ובד.‬ ‫--- ה-- ע----- ‫-ן- ה-א ע-ב-.- --------------- ‫כן, הוא עובד.‬ 0
k-n--hu---ed. k--- h- o---- k-n- h- o-e-. ------------- ken, hu oved.
komen ‫---א‬ ‫----- ‫-ב-א- ------ ‫לבוא‬ 0
lavo l--- l-v- ---- lavo
Komt u? ‫-ת-- ה -א---ה?‬ ‫-- / ה ב- / ה-- ‫-ת / ה ב- / ה-‬ ---------------- ‫את / ה בא / ה?‬ 0
a---/-- v-/--'ah? a------ v-------- a-a-/-t v-/-a-a-? ----------------- atah/at va/va'ah?
Ja, wij komen zo meteen. ‫-ן,-א-חנו ע-ד מ-- -אים.‬ ‫--- א---- ע-- מ-- ב----- ‫-ן- א-ח-ו ע-ד מ-ט ב-י-.- ------------------------- ‫כן, אנחנו עוד מעט באים.‬ 0
ken- a-------d-m-'-- ba--m. k--- a----- o- m---- b----- k-n- a-a-n- o- m-'-t b-'-m- --------------------------- ken, anaxnu od me'at ba'im.
wonen ‫לג-ר‬ ‫----- ‫-ג-ר- ------ ‫לגור‬ 0
la--r l---- l-g-r ----- lagur
Woont u in Berlijn? ‫את / --גר /-------ין?‬ ‫-- / ה ג- / ה ב------- ‫-ת / ה ג- / ה ב-ר-י-?- ----------------------- ‫את / ה גר / ה בברלין?‬ 0
a--h/a---ar-gara- b'--r-i-? a------ g-------- b-------- a-a-/-t g-r-g-r-h b-b-r-i-? --------------------------- atah/at gar/garah b'berlin?
Ja, ik woon in Berlijn. ‫--- ------ / --בב-לי--‬ ‫--- א-- ג- / ה ב------- ‫-ן- א-י ג- / ה ב-ר-י-.- ------------------------ ‫כן, אני גר / ה בברלין.‬ 0
ken,-a-- -ar-g--a- b'b-r--n. k--- a-- g-------- b-------- k-n- a-i g-r-g-r-h b-b-r-i-. ---------------------------- ken, ani gar/garah b'berlin.

Wie wil spreken wil moet schrijven!

Het leren van vreemde talen is niet altijd even gemakkelijk. Vooral het spreken vinden taalstudenten in het begin vaak moeilijk. Velen durven niet de zinnen in de nieuwe taal te zeggen. Ze zijn erg bang om fouten te maken. Voor dergelijke taalstudenten zou schrijven een oplossing kunnen zijn. Want wie goed wil leren spreken, moet ook zo veel mogelijk schrijven! Schrijven helpt ons om te kunnen wennen aan een nieuwe taal. Dat heeft meerdere redenen. Schrijven functioneert anders dan het spreken. Het proces is veel complexer. Bij het schrijven gaan we meer nadenken over welke woorden we willen kiezen. Daardoor zijn onze hersenen bij een nieuwe taal veel intensiever. Ook zijn we bij het schrijven veel meer ontspannen. Er is niemand die zit te wachten op een antwoord. Zo verliezen we langzaam de angst voor de vreemde taal. Schrijven stimuleert ook de creativiteit. We voelen ons vrij en spelen meer met de nieuwe taal. Het schrijven geeft ons ook meer tijd dan het spreken. En het ondersteunt het geheugen! Het grootste voordeel van het schrijven is echter de gedissocieerde vorm. Dat betekent dat we het resultaat van onze taal nauwkeurig kunnen beschouwen. We zien alles duidelijk voor ons. Zo kunnen we ons verbeteren en leren van onze fouten. Wat er in de nieuwe taal geschreven wordt, is in principe allemaal hetzelfde. Het is alleen van groot belang dat u regelmatig de zinnen schriftelijk opstelt. Wie dat wil proberen kan een pen pal in het buitenland opzoeken. Misschien krijgt u dan een persoonlijke ontmoeting. U zult zien: Het praten gaat dan veel gemakkelijker!