Taalgids

nl Vragen stellen 2   »   fr Poser des questions 2

63 [drieënzestig]

Vragen stellen 2

Vragen stellen 2

63 [soixante-trois]

Poser des questions 2

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Frans Geluid meer
Ik heb een hobby. J’ai ---hobb-. J--- u- h----- J-a- u- h-b-y- -------------- J’ai un hobby. 0
Ik tennis. Je-j--- -u -enn-s. J- j--- a- t------ J- j-u- a- t-n-i-. ------------------ Je joue au tennis. 0
Waar is er een tennisbaan? Où est-le-te-r-----e -en-is ? O- e-- l- t------ d- t----- ? O- e-t l- t-r-a-n d- t-n-i- ? ----------------------------- Où est le terrain de tennis ? 0
Heb je een hobby? A--tu-un---bb---r-f-r--? A---- u- h---- p------ ? A---u u- h-b-y p-é-é-é ? ------------------------ As-tu un hobby préféré ? 0
Ik voetbal. J- jou- -- --ot. J- j--- a- f---- J- j-u- a- f-o-. ---------------- Je joue au foot. 0
Waar is er een voetbalveld? Où-----le-t--r-in-----o-- ? O- e-- l- t------ d- f--- ? O- e-t l- t-r-a-n d- f-o- ? --------------------------- Où est le terrain de foot ? 0
Mijn arm doet pijn. Mo- b-a--m---a-t-ma-. M-- b--- m- f--- m--- M-n b-a- m- f-i- m-l- --------------------- Mon bras me fait mal. 0
Mijn voet en hand doen ook pijn. M-- pi-d ----a ma-- -e----- é-ale---t-mal. M-- p--- e- m- m--- m- f--- é-------- m--- M-n p-e- e- m- m-i- m- f-n- é-a-e-e-t m-l- ------------------------------------------ Mon pied et ma main me font également mal. 0
Waar is er een dokter? Y-a-t--l -n m---cin-? Y------- u- m------ ? Y-a-t-i- u- m-d-c-n ? --------------------- Y-a-t-il un médecin ? 0
Ik heb een auto. J--i -ne--oi--r-. J--- u-- v------- J-a- u-e v-i-u-e- ----------------- J’ai une voiture. 0
Ik heb ook een motor. J’a--------une-mot-. J--- a---- u-- m---- J-a- a-s-i u-e m-t-. -------------------- J’ai aussi une moto. 0
Waar is er een parkeerterrein? Où --t-l----r--ng-? O- e-- l- p------ ? O- e-t l- p-r-i-g ? ------------------- Où est le parking ? 0
Ik heb een trui. J’----n p-l-. J--- u- p---- J-a- u- p-l-. ------------- J’ai un pull. 0
Ik heb ook een jas en een jeans. J’a---u-si -n------- -- u--je-n. J--- a---- u-- v---- e- u- j---- J-a- a-s-i u-e v-s-e e- u- j-a-. -------------------------------- J’ai aussi une veste et un jean. 0
Waar is de wasmachine? O- e---la--a--in- à---v-- ? O- e-- l- m------ à l---- ? O- e-t l- m-c-i-e à l-v-r ? --------------------------- Où est la machine à laver ? 0
Ik heb een bord. J’a----e--s-ie--e. J--- u-- a-------- J-a- u-e a-s-e-t-. ------------------ J’ai une assiette. 0
Ik heb een mes, een vork en een lepel. J-ai--n -----a-- --e-f-ur------ et-u----u-llè--. J--- u- c------- u-- f--------- e- u-- c-------- J-a- u- c-u-e-u- u-e f-u-c-e-t- e- u-e c-i-l-r-. ------------------------------------------------ J’ai un couteau, une fourchette et une cuillère. 0
Waar zijn de zout en peper? O---o-- le -e--et-l--p-i-r- ? O- s--- l- s-- e- l- p----- ? O- s-n- l- s-l e- l- p-i-r- ? ----------------------------- Où sont le sel et le poivre ? 0

Lichaam reageert op het speken

De taal wordt verwerkt in onze hersenen. Wanneer we luisteren of lezen zijn onze hersenen actief. Dit kan met verschillende methoden gemeten worden. Maar niet alleen onze hersenen reageren op taalkundige prikkels. Nieuwe studies tonen aan dat de taal ons lichaam activeert. Ons lichaam werkt bij het lezen of horen van bepaalde woorden. Dit zijn voornamelijk woorden die de lichamelijke reacties beschrijven. Het woord glimlach is een goed voorbeeld. Wanneer we het woord lezen bewegen onze lachspieren Ook negatieve woorden hebben een meetbaar effect. Een voorbeeld hiervan is het woord pijn . Ons lichaam laat een pijn reactie zien als we het lezen. Dus je zou kunnen zeggen dat alles wat we lezen of horen ook gaan nadoen. Hoe duidelijker de taal is, des te meer wij erop gaan reageren. Een precieze omschrijving heeft een sterke reactie als gevolg. Voor een onderzoek werd de activiteit van het lichaam gemeten. Aan de testpersonen werden verschillende woorden getoond. Dat waren positieve en negatieve woorden. De gelaatsuitdrukkingen van de testpersonen gingen tijdens de test veranderen. De bewegingen van de mond en het gezicht gevarieerde. Dit is het bewijs dat de taal een krachtig effect op ons heeft. Woorden zijn meer dan alleen een communicatiemiddel. Onze hersenen vertaalt de taal in lichaamstaal. Hoe dit precies werkt is niet onderzocht. Misschien kunnen de resultaten van het onderzoek echter gevolgen hebben. Artsen overleggen over hoe ze het beste patiënten kunnen behandelen. Omdat veel zieke mensen een lange therapie moeten ondergaan. En daarbij wordt veel gepraat ...