Taalgids

nl Vragen stellen 2   »   zh 提问题2

63 [drieënzestig]

Vragen stellen 2

Vragen stellen 2

63[六十三]

63 [Liùshísān]

提问题2

[tí wèntí 2]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Chinees (vereenvoudigd) Geluid meer
Ik heb een hobby. 我 有--个-爱好 。 我 有 一- 爱- 。 我 有 一- 爱- 。 ----------- 我 有 一个 爱好 。 0
wǒ-------è à-hà-. w- y------ à----- w- y-u-ī-è à-h-o- ----------------- wǒ yǒuyīgè àihào.
Ik tennis. 我-打 ---。 我 打 网- 。 我 打 网- 。 -------- 我 打 网球 。 0
W--dǎ --ng-i-. W- d- w------- W- d- w-n-q-ú- -------------- Wǒ dǎ wǎngqiú.
Waar is er een tennisbaan? 网-- --哪里-? 网-- 在 哪- ? 网-场 在 哪- ? ---------- 网球场 在 哪里 ? 0
Wǎn- qi-----g --- nǎ--? W--- q------- z-- n---- W-n- q-ú-h-n- z-i n-l-? ----------------------- Wǎng qiúchǎng zài nǎlǐ?
Heb je een hobby? 你 有 ---爱- --? 你 有 什- 爱- 吗 ? 你 有 什- 爱- 吗 ? ------------- 你 有 什么 爱好 吗 ? 0
Nǐ y-- -hé-m- -i-ào m-? N- y-- s-- m- à---- m-- N- y-u s-é m- à-h-o m-? ----------------------- Nǐ yǒu shé me àihào ma?
Ik voetbal. 我-踢-足- 。 我 踢 足- 。 我 踢 足- 。 -------- 我 踢 足球 。 0
Wǒ -ī -ú---. W- t- z----- W- t- z-q-ú- ------------ Wǒ tī zúqiú.
Waar is er een voetbalveld? 足球- 在 哪里-? 足-- 在 哪- ? 足-场 在 哪- ? ---------- 足球场 在 哪里 ? 0
Zúq-- ch----z-i--ǎ-ǐ? Z---- c---- z-- n---- Z-q-ú c-ǎ-g z-i n-l-? --------------------- Zúqiú chǎng zài nǎlǐ?
Mijn arm doet pijn. 我-胳膊-痛 。 我 胳- 痛 。 我 胳- 痛 。 -------- 我 胳膊 痛 。 0
Wǒ g--ó ---g. W- g--- t---- W- g-b- t-n-. ------------- Wǒ gēbó tòng.
Mijn voet en hand doen ook pijn. 我的 --- --也 --。 我- 脚 和 手 也 痛 。 我- 脚 和 手 也 痛 。 -------------- 我的 脚 和 手 也 痛 。 0
W---e -i-o h- ---u-yě tòng. W- d- j--- h- s--- y- t---- W- d- j-ǎ- h- s-ǒ- y- t-n-. --------------------------- Wǒ de jiǎo hé shǒu yě tòng.
Waar is er een dokter? 医--在 -里 ? 医- 在 哪- ? 医- 在 哪- ? --------- 医生 在 哪里 ? 0
Yīsh-n- ------l-? Y------ z-- n---- Y-s-ē-g z-i n-l-? ----------------- Yīshēng zài nǎlǐ?
Ik heb een auto. 我-有--- --。 我 有 一- 车 。 我 有 一- 车 。 ---------- 我 有 一辆 车 。 0
Wǒ-yǒu-- ----- chē. W- y---- l---- c--- W- y-u-ī l-à-g c-ē- ------------------- Wǒ yǒuyī liàng chē.
Ik heb ook een motor. 我 还- -- -托- 。 我 还- 一- 摩-- 。 我 还- 一- 摩-车 。 ------------- 我 还有 一辆 摩托车 。 0
Wǒ---i--ǒu----i-n---ó-uō -h-. W- h-- y---- l---- m---- c--- W- h-i y-u-ī l-à-g m-t-ō c-ē- ----------------------------- Wǒ hái yǒuyī liàng mótuō chē.
Waar is er een parkeerterrein? 哪儿-有 停车场-? 哪- 有 停-- ? 哪- 有 停-场 ? ---------- 哪儿 有 停车场 ? 0
Nǎ'-r--ǒu -í--ch- ch-ng? N---- y-- t------ c----- N-'-r y-u t-n-c-ē c-ǎ-g- ------------------------ Nǎ'er yǒu tíngchē chǎng?
Ik heb een trui. 我---一---衣-。 我 有 一- 毛- 。 我 有 一- 毛- 。 ----------- 我 有 一件 毛衣 。 0
Wǒ ----ī-j-à-------. W- y---- j--- m----- W- y-u-ī j-à- m-o-ī- -------------------- Wǒ yǒuyī jiàn máoyī.
Ik heb ook een jas en een jeans. 我 -有-一- --衫 和 -- -仔--。 我 还- 一- 夹-- 和 一- 牛-- 。 我 还- 一- 夹-衫 和 一- 牛-裤 。 ---------------------- 我 还有 一件 夹克衫 和 一条 牛仔裤 。 0
W- --- yǒu-- ji-n---á-- -h-n hé-y--i-o--iúz-ik-. W- h-- y---- j--- j---- s--- h- y----- n-------- W- h-i y-u-ī j-à- j-á-è s-ā- h- y-t-á- n-ú-ǎ-k-. ------------------------------------------------ Wǒ hái yǒuyī jiàn jiákè shān hé yītiáo niúzǎikù.
Waar is de wasmachine? 洗衣--在 -里 ? 洗-- 在 哪- ? 洗-机 在 哪- ? ---------- 洗衣机 在 哪里 ? 0
X-yījī --i-----? X----- z-- n---- X-y-j- z-i n-l-? ---------------- Xǐyījī zài nǎlǐ?
Ik heb een bord. 我 - ---盘子-。 我 有 一- 盘- 。 我 有 一- 盘- 。 ----------- 我 有 一个 盘子 。 0
Wǒ -ǒu-īg-----zi. W- y------ p----- W- y-u-ī-è p-n-i- ----------------- Wǒ yǒuyīgè pánzi.
Ik heb een mes, een vork en een lepel. 我 ---- ----个------一- -子-。 我 有 一- 刀- 一- 叉- 和 一- 勺- 。 我 有 一- 刀- 一- 叉- 和 一- 勺- 。 ------------------------- 我 有 一把 刀, 一个 叉子 和 一个 勺子 。 0
W--yǒ-y- bǎ -āo-----è-ch--- h- -ī-è-s-áoz-. W- y---- b- d--- y--- c---- h- y--- s------ W- y-u-ī b- d-o- y-g- c-ā-i h- y-g- s-á-z-. ------------------------------------------- Wǒ yǒuyī bǎ dāo, yīgè chāzi hé yīgè sháozi.
Waar zijn de zout en peper? 盐----椒--在-哪- ? 盐 和 胡-- 在 哪- ? 盐 和 胡-粉 在 哪- ? -------------- 盐 和 胡椒粉 在 哪儿 ? 0
Y-n hé----iā---ě- --i---'--? Y-- h- h----- f-- z-- n----- Y-n h- h-j-ā- f-n z-i n-'-r- ---------------------------- Yán hé hújiāo fěn zài nǎ'er?

Lichaam reageert op het speken

De taal wordt verwerkt in onze hersenen. Wanneer we luisteren of lezen zijn onze hersenen actief. Dit kan met verschillende methoden gemeten worden. Maar niet alleen onze hersenen reageren op taalkundige prikkels. Nieuwe studies tonen aan dat de taal ons lichaam activeert. Ons lichaam werkt bij het lezen of horen van bepaalde woorden. Dit zijn voornamelijk woorden die de lichamelijke reacties beschrijven. Het woord glimlach is een goed voorbeeld. Wanneer we het woord lezen bewegen onze lachspieren Ook negatieve woorden hebben een meetbaar effect. Een voorbeeld hiervan is het woord pijn . Ons lichaam laat een pijn reactie zien als we het lezen. Dus je zou kunnen zeggen dat alles wat we lezen of horen ook gaan nadoen. Hoe duidelijker de taal is, des te meer wij erop gaan reageren. Een precieze omschrijving heeft een sterke reactie als gevolg. Voor een onderzoek werd de activiteit van het lichaam gemeten. Aan de testpersonen werden verschillende woorden getoond. Dat waren positieve en negatieve woorden. De gelaatsuitdrukkingen van de testpersonen gingen tijdens de test veranderen. De bewegingen van de mond en het gezicht gevarieerde. Dit is het bewijs dat de taal een krachtig effect op ons heeft. Woorden zijn meer dan alleen een communicatiemiddel. Onze hersenen vertaalt de taal in lichaamstaal. Hoe dit precies werkt is niet onderzocht. Misschien kunnen de resultaten van het onderzoek echter gevolgen hebben. Artsen overleggen over hoe ze het beste patiënten kunnen behandelen. Omdat veel zieke mensen een lange therapie moeten ondergaan. En daarbij wordt veel gepraat ...