Taalgids

nl Ontkenning 1   »   el Άρνηση 1

64 [vierenzestig]

Ontkenning 1

Ontkenning 1

64 [εξήντα τέσσερα]

64 [exḗnta téssera]

Άρνηση 1

[Árnēsē 1]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
Ik begrijp dat woord niet. Δε---α-αλα--ί-- τ-ν λ--η. Δ-- κ---------- τ-- λ---- Δ-ν κ-τ-λ-β-ί-ω τ-ν λ-ξ-. ------------------------- Δεν καταλαβαίνω την λέξη. 0
Den k-t-l-b-í-ō--ēn léx-. D-- k---------- t-- l---- D-n k-t-l-b-í-ō t-n l-x-. ------------------------- Den katalabaínō tēn léxē.
Ik begrijp de zin niet. Δε- κ-τα--βα--- -ην π-ό---η. Δ-- κ---------- τ-- π------- Δ-ν κ-τ-λ-β-ί-ω τ-ν π-ό-α-η- ---------------------------- Δεν καταλαβαίνω την πρόταση. 0
D-- ----l-b---- tē----ót--ē. D-- k---------- t-- p------- D-n k-t-l-b-í-ō t-n p-ó-a-ē- ---------------------------- Den katalabaínō tēn prótasē.
Ik begrijp de betekenis niet. Δ-ν κα-αλαβα--ω -η--σ-μ----. Δ-- κ---------- τ-- σ------- Δ-ν κ-τ-λ-β-ί-ω τ-ν σ-μ-σ-α- ---------------------------- Δεν καταλαβαίνω την σημασία. 0
De--k--a---a--- t----ē-a--a. D-- k---------- t-- s------- D-n k-t-l-b-í-ō t-n s-m-s-a- ---------------------------- Den katalabaínō tēn sēmasía.
de leraar ο -ά----ος ο δ------- ο δ-σ-α-ο- ---------- ο δάσκαλος 0
o-dás--l-s o d------- o d-s-a-o- ---------- o dáskalos
Begrijpt u de leraar? Κ----α--ίνε-- --ν -άσ----; Κ------------ τ-- δ------- Κ-τ-λ-β-ί-ε-ε τ-ν δ-σ-α-ο- -------------------------- Καταλαβαίνετε τον δάσκαλο; 0
K-tala-aíne-- -o--d-s-alo? K------------ t-- d------- K-t-l-b-í-e-e t-n d-s-a-o- -------------------------- Katalabaínete ton dáskalo?
Ja, ik begrijp hem goed. Ν-ι- ------τ-----ίν--κ---. Ν--- τ-- κ---------- κ---- Ν-ι- τ-ν κ-τ-λ-β-ί-ω κ-λ-. -------------------------- Ναι, τον καταλαβαίνω καλά. 0
N----to----t-l-baín- ka--. N--- t-- k---------- k---- N-i- t-n k-t-l-b-í-ō k-l-. -------------------------- Nai, ton katalabaínō kalá.
de lerares η --σκάλα η δ------ η δ-σ-ά-α --------- η δασκάλα 0
ē d---á-a ē d------ ē d-s-á-a --------- ē daskála
Begrijpt u de lerares? Κ-ταλαβ--νετ- ----δ-σ----; Κ------------ τ-- δ------- Κ-τ-λ-β-ί-ε-ε τ-ν δ-σ-ά-α- -------------------------- Καταλαβαίνετε την δασκάλα; 0
Kat----a-nete-t-n------l-? K------------ t-- d------- K-t-l-b-í-e-e t-n d-s-á-a- -------------------------- Katalabaínete tēn daskála?
Ja, ik begrijp haar goed. Να----ην κ--αλ-------καλ-. Ν--- τ-- κ---------- κ---- Ν-ι- τ-ν κ-τ-λ-β-ί-ω κ-λ-. -------------------------- Ναι, την καταλαβαίνω καλά. 0
Nai, -ē--k--a--b---ō -al-. N--- t-- k---------- k---- N-i- t-n k-t-l-b-í-ō k-l-. -------------------------- Nai, tēn katalabaínō kalá.
de mensen ο κ--μος ο κ----- ο κ-σ-ο- -------- ο κόσμος 0
o--ó-m-s o k----- o k-s-o- -------- o kósmos
Verstaat u die mensen? Κ--αλα-αί-ε---τον ---μο; Κ------------ τ-- κ----- Κ-τ-λ-β-ί-ε-ε τ-ν κ-σ-ο- ------------------------ Καταλαβαίνετε τον κόσμο; 0
K--a--ba---t- to---ósmo? K------------ t-- k----- K-t-l-b-í-e-e t-n k-s-o- ------------------------ Katalabaínete ton kósmo?
Nee, ik versta ze niet zo goed. Όχι- δε--τ-ν--ατα-α---νω τόσ---α--. Ό--- δ-- τ-- κ---------- τ--- κ---- Ό-ι- δ-ν τ-ν κ-τ-λ-β-ί-ω τ-σ- κ-λ-. ----------------------------------- Όχι, δεν τον καταλαβαίνω τόσο καλά. 0
Ó-hi,---n --n-k---laba-n- -------l-. Ó---- d-- t-- k---------- t--- k---- Ó-h-, d-n t-n k-t-l-b-í-ō t-s- k-l-. ------------------------------------ Óchi, den ton katalabaínō tóso kalá.
de vriendin η--ί-η η φ--- η φ-λ- ------ η φίλη 0
ē --í-ē ē p---- ē p-í-ē ------- ē phílē
Heeft u een vriendin? Έ-ετ---ί-η; Έ---- φ---- Έ-ε-ε φ-λ-; ----------- Έχετε φίλη; 0
É--e-e-phíl-? É----- p----- É-h-t- p-í-ē- ------------- Échete phílē?
Ja, ik heb er een. Ναι--έχ-. Ν--- έ--- Ν-ι- έ-ω- --------- Ναι, έχω. 0
N--,--ch-. N--- é---- N-i- é-h-. ---------- Nai, échō.
de dochter η-κόρη η κ--- η κ-ρ- ------ η κόρη 0
ē-kó-ē ē k--- ē k-r- ------ ē kórē
Heeft u een dochter? Έ--τε-κ-ρ-; Έ---- κ---- Έ-ε-ε κ-ρ-; ----------- Έχετε κόρη; 0
Éc---e -ór-? É----- k---- É-h-t- k-r-? ------------ Échete kórē?
Nee, ik heb er geen. Όχ-,-δ----χω. Ό--- δ-- έ--- Ό-ι- δ-ν έ-ω- ------------- Όχι, δεν έχω. 0
Ó-----de--é-h-. Ó---- d-- é---- Ó-h-, d-n é-h-. --------------- Óchi, den échō.

Blinde mensen gebruiken de taal doeltreffend

Mensen die niet kunnen zien horen beter. Hierdoor kunnen zij in het dagelijks leven gemakkelijker bewegen. Blinden kunnen ook de taal beter verwerken! Tot deze conclusie zijn een aantal wetenschappelijke onderzoeken gekomen. Onderzoekers hebben proefpersonen teksten laten aanhoren. Daarbij werd de spreeksnelheid aanzienlijk verhoogd. Toch konden de blinde proefpersonen de teksten begrijpen. De slechtziende proefpersonen hebben echter de zinnen nauwelijks begrepen. Voor hen was de spreeksnelheid te hoog. Een ander experiment kwam tot een soortgelijke conclusie. Slechtziende en blinde proefpersonen luisterden naar verschillende zinnen. Een deel van de zinnen werden gemanipuleerd. Het laatste woord werd door een onzinnig woord vervangen. De proefpersonen moesten de zinnen herzien. Ze moesten beslissen of de zinnen zinvol of zinloos waren. Terwijl de proefpersonen de opdracht gingen oplossen, werden hun hersenen onderzocht. De onderzoekers maten specifieke hersenfrequenties. Zo konden ze herkennen hoe snel de hersenen de opdracht ging oplossen. Bij de blinde proefpersonen verscheen heel snel een bepaald signaal. Dit signaal gaf aan dat een zin geanalyseerd werd. Bij de slechtzienden testpersonen verscheen het signaal veel later. Waarom blinden de taal efficiënter verwerken is nog niet bekend. Maar wetenschappers hebben een theorie. Zij geloven dat hun hersenen een specifiek hersengebied intensiever gebruiken. Dit is het gebied waar de slechtzienden visuele prikkels verwerken. Bij blinden wordt dit gebied niet voor het gezichtsvermogen gebruikt. Het is dus nog steeds "vrij" voor andere taken. Daarom hebben blinden een grotere capaciteit voor de verwerking van spraak ...