Taalgids

nl Possessief pronomen 2   »   te సంబధబోధక సర్వనామములు 2

67 [zevenenzestig]

Possessief pronomen 2

Possessief pronomen 2

67 [అరవై ఏడు]

67 [Aravai ēḍu]

సంబధబోధక సర్వనామములు 2

[Sambadhabōdhaka sarvanāmamulu 2]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Telugu Geluid meer
de bril కళ-ళ-్-ా-ు క--------- క-్-ద-ద-ల- ---------- కళ్ళద్దాలు 0
Kaḷḷa-d--u K--------- K-ḷ-a-d-l- ---------- Kaḷḷaddālu
Hij is zijn bril vergeten. ఆయన--న----ళ-----ు మ--చ---య--ు ఆ-- త- క--------- మ---------- ఆ-న త- క-్-ద-ద-ల- మ-్-ి-ో-ా-ు ----------------------------- ఆయన తన కళ్ళద్దాలు మర్చిపోయారు 0
Āya---tana --ḷ-addā-u--ar--p-y-ru Ā---- t--- k--------- m---------- Ā-a-a t-n- k-ḷ-a-d-l- m-r-i-ō-ā-u --------------------------------- Āyana tana kaḷḷaddālu marcipōyāru
Waar ligt zijn bril dan? ఆయన -న -ళ్ళ-్ద-ల-- -క్క--పెట్టార-? ఆ-- త- క---------- ఎ---- ప-------- ఆ-న త- క-్-ద-ద-ల-ి ఎ-్-డ ప-ట-ట-ర-? ---------------------------------- ఆయన తన కళ్ళద్దాలని ఎక్కడ పెట్టారు? 0
Āy-na----a -aḷḷ---āl-n--ek-----peṭṭ---? Ā---- t--- k----------- e----- p------- Ā-a-a t-n- k-ḷ-a-d-l-n- e-k-ḍ- p-ṭ-ā-u- --------------------------------------- Āyana tana kaḷḷaddālani ekkaḍa peṭṭāru?
de klok గ-ి---ం గ------ గ-ి-ా-ం ------- గడియారం 0
Ga-i--raṁ G-------- G-ḍ-y-r-ṁ --------- Gaḍiyāraṁ
Zijn horloge is kapot. ఆ-న-గడియా----ని--య-ం -ే-ు ఆ-- గ------ ప------- ల--- ఆ-న గ-ి-ా-ం ప-ి-ే-డ- ల-ద- ------------------------- ఆయన గడియారం పనిచేయడం లేదు 0
Āyan--gaḍ-y-raṁ---n--ē----- -ēdu Ā---- g-------- p---------- l--- Ā-a-a g-ḍ-y-r-ṁ p-n-c-y-ḍ-ṁ l-d- -------------------------------- Āyana gaḍiyāraṁ panicēyaḍaṁ lēdu
De klok hangt aan de muur. గ-ియారం గో---ీద -ే--డ-త--ది గ------ గ-- మ-- వ---------- గ-ి-ా-ం గ-డ మ-ద వ-ల-డ-త-ం-ి --------------------------- గడియారం గోడ మీద వేలాడుతోంది 0
Gaḍ-y------ōḍ- mī-a -ē---ut-ndi G-------- g--- m--- v---------- G-ḍ-y-r-ṁ g-ḍ- m-d- v-l-ḍ-t-n-i ------------------------------- Gaḍiyāraṁ gōḍa mīda vēlāḍutōndi
het paspoort పా-- పో---్ ప--- ప----- ప-స- ప-ర-ట- ----------- పాస్ పోర్ట్ 0
Pā----rṭ P-- p--- P-s p-r- -------- Pās pōrṭ
Hij is zijn paspoort verloren. ఆయ--త- --స- పో---్-పోగొ-్-ుక----ా-ు ఆ-- త- ప--- ప----- ప--------------- ఆ-న త- ప-స- ప-ర-ట- ప-గ-ట-ట-క-న-న-ర- ----------------------------------- ఆయన తన పాస్ పోర్ట్ పోగొట్టుకున్నారు 0
Āy--a -a-- ----pōrṭ ---oṭṭu-u--ā-u Ā---- t--- p-- p--- p------------- Ā-a-a t-n- p-s p-r- p-g-ṭ-u-u-n-r- ---------------------------------- Āyana tana pās pōrṭ pōgoṭṭukunnāru
Waar heeft hij zijn paspoort dan? అల--ైతే,-ఆ-న---స---ో---- --్కడ-ఉంది? అ------- ఆ-- ప--- ప----- ఎ---- ఉ---- అ-ా-ై-ే- ఆ-న ప-స- ప-ర-ట- ఎ-్-డ ఉ-ద-? ------------------------------------ అలాగైతే, ఆయన పాస్ పోర్ట్ ఎక్కడ ఉంది? 0
Alāg-i--- āyana-pās--ōr--ek-aḍa--ndi? A-------- ā---- p-- p--- e----- u---- A-ā-a-t-, ā-a-a p-s p-r- e-k-ḍ- u-d-? ------------------------------------- Alāgaitē, āyana pās pōrṭ ekkaḍa undi?
zij – hun వ-ళ్ళ---ాళ్-----మ వ----------- / త- వ-ళ-ళ---ా-్- / త- ----------------- వాళ్ళు-వాళ్ళ / తమ 0
Vāḷḷu-vāḷ-a- ta-a V----------- t--- V-ḷ-u-v-ḷ-a- t-m- ----------------- Vāḷḷu-vāḷḷa/ tama
De kinderen kunnen hun ouders niet vinden. ప--్-----త--త--ల----డ---లు ఎక్-డ ఉన్------ె-ియడ--ేదు ప------- త- త------------- ఎ---- ఉ------ త---------- ప-ల-ల-క- త- త-్-ి-ద-డ-ర-ల- ఎ-్-డ ఉ-్-ా-ో త-ల-య-ం-ే-ు ---------------------------------------------------- పిల్లలకి తమ తల్లి-దండ్రులు ఎక్కడ ఉన్నారో తెలియడంలేదు 0
Pi------i-ta-- tal------ḍr--u --kaḍa---nā---t--i--ḍan-ēdu P-------- t--- t------------- e----- u----- t------------ P-l-a-a-i t-m- t-l-i-d-ṇ-r-l- e-k-ḍ- u-n-r- t-l-y-ḍ-n-ē-u --------------------------------------------------------- Pillalaki tama talli-daṇḍrulu ekkaḍa unnārō teliyaḍanlēdu
Maar daar komen hun ouders al aan! ఇదిగ-ండ-,-వాళ్--తల్లి----్రు----స్-ుంన-న--ు! ఇ-------- వ---- త------------- వ------------ ఇ-ి-ో-డ-, వ-ళ-ళ త-్-ి-ద-డ-ర-ల- వ-్-ు-న-న-ర-! -------------------------------------------- ఇదిగోండి, వాళ్ళ తల్లి-దండ్రులు వస్తుంన్నారు! 0
Id-gōṇ--,-----a--alli---ṇ---l---a-t-nn-āru! I-------- v---- t------------- v----------- I-i-ō-ḍ-, v-ḷ-a t-l-i-d-ṇ-r-l- v-s-u-n-ā-u- ------------------------------------------- Idigōṇḍi, vāḷḷa talli-daṇḍrulu vastunnnāru!
u – uw నువ్వు --ర--నీ-ి-మ-ది న----- మ-------- మ--- న-వ-వ- మ-ర---ీ-ి మ-ద- --------------------- నువ్వు మీరు-నీది మీది 0
Nu-v- --ru---di-m--i N---- m-------- m--- N-v-u m-r---ī-i m-d- -------------------- Nuvvu mīru-nīdi mīdi
Hoe was uw reis, meneer Müller? మీ -ాత్ర -లా ఉ---ంది, మ---ల-- గా-ు? మ- య---- ఎ-- ఉ------- మ------ గ---- మ- య-త-ర ఎ-ా ఉ-డ-ం-ి- మ-ల-ల-్ గ-ర-? ----------------------------------- మీ యాత్ర ఎలా ఉండింది, మిల్లర్ గారు? 0
Mī -āt-a--lā--ṇḍi-------l--r---r-? M- y---- e-- u------- m----- g---- M- y-t-a e-ā u-ḍ-n-i- m-l-a- g-r-? ---------------------------------- Mī yātra elā uṇḍindi, millar gāru?
Waar is uw vrouw, meneer Müller? మీ భ-ర-య--క్కడ ఉన---రు- -ిల్-ర- --ర-? మ- భ---- ఎ---- ఉ------- మ------ గ---- మ- భ-ర-య ఎ-్-డ ఉ-్-ా-ు- మ-ల-ల-్ గ-ర-? ------------------------------------- మీ భార్య ఎక్కడ ఉన్నారు, మిల్లర్ గారు? 0
Mī--h-rya --ka-a ---āru, ----ar-g-r-? M- b----- e----- u------ m----- g---- M- b-ā-y- e-k-ḍ- u-n-r-, m-l-a- g-r-? ------------------------------------- Mī bhārya ekkaḍa unnāru, millar gāru?
u – uw న-వ్-- మ-----ీ-ి---ది న----- మ-------- మ--- న-వ-వ- మ-ర---ీ-ి మ-ద- --------------------- నువ్వు మీరు-నీది మీది 0
Nu--u-m-r--nīdi----i N---- m-------- m--- N-v-u m-r---ī-i m-d- -------------------- Nuvvu mīru-nīdi mīdi
Hoe was uw reis, mevrouw Schmidt? మీ ----ర-ఎ-ా ఉండ--ది- శ-ర-మత- స---త్ గారు? మ- య---- ఎ-- ఉ------- శ------ స----- గ---- మ- య-త-ర ఎ-ా ఉ-డ-ం-ి- శ-ర-మ-ి స-మ-త- గ-ర-? ------------------------------------------ మీ యాత్ర ఎలా ఉండింది, శ్రీమతి స్మిత్ గారు? 0
M- yāt---e-ā u-ḍi-di, ś-ī--ti -m-- g-r-? M- y---- e-- u------- ś------ s--- g---- M- y-t-a e-ā u-ḍ-n-i- ś-ī-a-i s-i- g-r-? ---------------------------------------- Mī yātra elā uṇḍindi, śrīmati smit gāru?
Waar is uw man, mevrouw Schmidt? మీ-భర-----్-డ-ఉన-నార-,-శ-ర--త- --మి-- ----? మ- భ--- ఎ---- ఉ------- శ------ స----- గ---- మ- భ-్- ఎ-్-డ ఉ-్-ా-ు- శ-ర-మ-ి స-మ-త- గ-ర-? ------------------------------------------- మీ భర్త ఎక్కడ ఉన్నారు, శ్రీమతి స్మిత్ గారు? 0
M- bh-r-- ekkaḍ---nnār-- ś-ī-a-i sm-t ----? M- b----- e----- u------ ś------ s--- g---- M- b-a-t- e-k-ḍ- u-n-r-, ś-ī-a-i s-i- g-r-? ------------------------------------------- Mī bharta ekkaḍa unnāru, śrīmati smit gāru?

Downloaden MP3 (.zip bestanden)

Genetische mutatie maakt het spreken mogelijk

Van alle levende wezens in de wereld kan alleen de mens spreken. Dit onderscheidt hun van dieren en planten. Natuurlijk kunnen ook dieren en planten met elkaar communiceren. Ze beheersen nog niet de complexe lettergrepen Maar waarom kan de mens wel spreken? Om te kunnen spreken zijn er organische kenmerken nodig. Deze fysische eigenschappen hebben alleen mensen. Het is natuurlijk niet vanzelfsprekend dat deze zijn ontwikkeld In de evolutionaire geschiedenis gebeurde niets zonder een reden. Uiteindelijk begon de mens te praten. Wanneer het precies gebeurde is nog niet bekend. Maar er moest iets gebeurd zijn dat de mens liet spreken. Onderzoekers denken dat een genetische mutatie daarvoor verantwoordelijk was. Antropologen hebben de erfelijkheid van verschillende organismen vergeleken. Het is bekend dat een bepaald gen de taal beïnvloeden gaat. Mensen met een beschadiging hebben problemen met talen. Ze kunnen zichzelf niet goed uitdrukken en begrijpen de woorden minder goed. Dit gen werden bij mensen, apen en muizen onderzocht. Bij mensen en chimpansees is het zeer vergelijkbaar. Slechts twee kleine verschillen worden herkend. Deze verschillen zijn echter in de hersenen merkbaar. Samen met andere genen worden bepaalde hersenactiviteiten beïnvloedt. Hierdoor kan de mens spreken en de aap niet. Het mysterie van de menselijke taal is daarmee nog niet opgelost. Omdat de genmutatie alleen niet voldoende is om te kunnen spreken. Onderzoekers hebben de menselijke genvariant in muizen geïmplanteerd. Ze konden daarna nog niet spreken ... Het piepen had alleen maar een ander geluid!