Taalgids

nl iets verklaren 1   »   el Αιτολογώ κάτι 1

75 [vijfenzeventig]

iets verklaren 1

iets verklaren 1

75 [εβδομήντα πέντε]

75 [ebdomḗnta pénte]

Αιτολογώ κάτι 1

[Aitologṓ káti 1]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
Waarom komt u niet? Γιατί--εν----ε-τε; Γ---- δ-- έ------- Γ-α-ί δ-ν έ-χ-σ-ε- ------------------ Γιατί δεν έρχεστε; 0
G--tí-d-- -rch---e? G---- d-- é-------- G-a-í d-n é-c-e-t-? ------------------- Giatí den ércheste?
Het weer is zo slecht. Ο ----ός----α- -άλ-α. Ο κ----- ε---- χ----- Ο κ-ι-ό- ε-ν-ι χ-λ-α- --------------------- Ο καιρός είναι χάλια. 0
O kai--s -í-a- c-----. O k----- e---- c------ O k-i-ó- e-n-i c-á-i-. ---------------------- O kairós eínai chália.
Ik kom niet, omdat het weer zo slecht is. Δ-ν -ρχομ-------δή ο --ιρ-- ε-να--χά-ια. Δ-- έ------ ε----- ο κ----- ε---- χ----- Δ-ν έ-χ-μ-ι ε-ε-δ- ο κ-ι-ό- ε-ν-ι χ-λ-α- ---------------------------------------- Δεν έρχομαι επειδή ο καιρός είναι χάλια. 0
D-n---c-omai----i-- ---ai--- --nai-ch----. D-- é------- e----- o k----- e---- c------ D-n é-c-o-a- e-e-d- o k-i-ó- e-n-i c-á-i-. ------------------------------------------ Den érchomai epeidḗ o kairós eínai chália.
Waarom komt hij niet? Γ--τ--δ-- -ρ---αι; Γ---- δ-- έ------- Γ-α-ί δ-ν έ-χ-τ-ι- ------------------ Γιατί δεν έρχεται; 0
Giatí-den-é-ch-tai? G---- d-- é-------- G-a-í d-n é-c-e-a-? ------------------- Giatí den érchetai?
Hij is niet uitgenodigd. Δεν το---ά-εσα-. Δ-- τ-- κ------- Δ-ν τ-ν κ-λ-σ-ν- ---------------- Δεν τον κάλεσαν. 0
Den ----kál---n. D-- t-- k------- D-n t-n k-l-s-n- ---------------- Den ton kálesan.
Hij komt niet, omdat hij niet is uitgenodigd. Δεν-----τ-- -π------ε--τ-ν ---ε--ν. Δ-- έ------ ε----- δ-- τ-- κ------- Δ-ν έ-χ-τ-ι ε-ε-δ- δ-ν τ-ν κ-λ-σ-ν- ----------------------------------- Δεν έρχεται επειδή δεν τον κάλεσαν. 0
Den -r-he--i e-e-dḗ---n------á-e--n. D-- é------- e----- d-- t-- k------- D-n é-c-e-a- e-e-d- d-n t-n k-l-s-n- ------------------------------------ Den érchetai epeidḗ den ton kálesan.
Waarom kom je niet? Γιατί-δ-ν-έ-χεσ--; Γ---- δ-- έ------- Γ-α-ί δ-ν έ-χ-σ-ι- ------------------ Γιατί δεν έρχεσαι; 0
Gia-----n---c-e---? G---- d-- é-------- G-a-í d-n é-c-e-a-? ------------------- Giatí den érchesai?
Ik heb geen tijd. Δ-ν---ω χ-όνο. Δ-- έ-- χ----- Δ-ν έ-ω χ-ό-ο- -------------- Δεν έχω χρόνο. 0
D-n éc-- c-ró-o. D-- é--- c------ D-n é-h- c-r-n-. ---------------- Den échō chróno.
Ik kom niet, omdat ik geen tijd heb. Δε----χ--α- -πει-ή δεν--χ----όν-. Δ-- έ------ ε----- δ-- έ-- χ----- Δ-ν έ-χ-μ-ι ε-ε-δ- δ-ν έ-ω χ-ό-ο- --------------------------------- Δεν έρχομαι επειδή δεν έχω χρόνο. 0
D-n-ér-------ep--d------échō --r--o. D-- é------- e----- d-- é--- c------ D-n é-c-o-a- e-e-d- d-n é-h- c-r-n-. ------------------------------------ Den érchomai epeidḗ den échō chróno.
Waarom blijf je niet? Γι--- -εν-μέ-ε-ς; Γ---- δ-- μ------ Γ-α-ί δ-ν μ-ν-ι-; ----------------- Γιατί δεν μένεις; 0
G---í---- --ne--? G---- d-- m------ G-a-í d-n m-n-i-? ----------------- Giatí den méneis?
Ik moet nog werken. Έχω----μα-δ--λ--ά. Έ-- α---- δ------- Έ-ω α-ό-α δ-υ-ε-ά- ------------------ Έχω ακόμα δουλειά. 0
É-h- -k-ma doul--á. É--- a---- d------- É-h- a-ó-a d-u-e-á- ------------------- Échō akóma douleiá.
Ik blijf niet, omdat ik nog moet werken. Δ-- μέν- --ε-δ- έ-ω-α-ό-- δου--ιά. Δ-- μ--- ε----- έ-- α---- δ------- Δ-ν μ-ν- ε-ε-δ- έ-ω α-ό-α δ-υ-ε-ά- ---------------------------------- Δεν μένω επειδή έχω ακόμα δουλειά. 0
De--m--- -p-idḗ-éc-ō-ak--a d--le-á. D-- m--- e----- é--- a---- d------- D-n m-n- e-e-d- é-h- a-ó-a d-u-e-á- ----------------------------------- Den ménō epeidḗ échō akóma douleiá.
Waarom gaat u al weg? Γ-ατί---ύ--τ- -ι-λας; Γ---- φ------ κ------ Γ-α-ί φ-ύ-ε-ε κ-ό-α-; --------------------- Γιατί φεύγετε κιόλας; 0
G-a-- -------e kiól--? G---- p------- k------ G-a-í p-e-g-t- k-ó-a-? ---------------------- Giatí pheúgete kiólas?
Ik ben moe. Ε---ι-κου-ασμέν-- - κουρασμ--η. Ε---- κ---------- / κ---------- Ε-μ-ι κ-υ-α-μ-ν-ς / κ-υ-α-μ-ν-. ------------------------------- Είμαι κουρασμένος / κουρασμένη. 0
E-ma- -ou--s--no- - ko--asmé--. E---- k---------- / k---------- E-m-i k-u-a-m-n-s / k-u-a-m-n-. ------------------------------- Eímai kourasménos / kourasménē.
Ik ga weg, omdat ik moe ben. Φε-γω --ε-δή είμ----ο-ρ--μέν-- / κ--ρ----νη. Φ---- ε----- ε---- κ---------- / κ---------- Φ-ύ-ω ε-ε-δ- ε-μ-ι κ-υ-α-μ-ν-ς / κ-υ-α-μ-ν-. -------------------------------------------- Φεύγω επειδή είμαι κουρασμένος / κουρασμένη. 0
P-e--- ------ e--ai ---rasmé--s-/ kou-a---n-. P----- e----- e---- k---------- / k---------- P-e-g- e-e-d- e-m-i k-u-a-m-n-s / k-u-a-m-n-. --------------------------------------------- Pheúgō epeidḗ eímai kourasménos / kourasménē.
Waarom vertrekt u al? Γ---ί--εύγε----ι--ας; Γ---- φ------ κ------ Γ-α-ί φ-ύ-ε-ε κ-ό-α-; --------------------- Γιατί φεύγετε κιόλας; 0
G--t----e-g----ki-la-? G---- p------- k------ G-a-í p-e-g-t- k-ó-a-? ---------------------- Giatí pheúgete kiólas?
Het is al laat. Είν-ι --η ----. Ε---- ή-- α---- Ε-ν-ι ή-η α-γ-. --------------- Είναι ήδη αργά. 0
E-n-i-----ar-á. E---- ḗ-- a---- E-n-i ḗ-ē a-g-. --------------- Eínai ḗdē argá.
Ik vertrek, omdat het al laat is. Φε-γω --ε-δ- ------ή---α-γά. Φ---- ε----- ε---- ή-- α---- Φ-ύ-ω ε-ε-δ- ε-ν-ι ή-η α-γ-. ---------------------------- Φεύγω επειδή είναι ήδη αργά. 0
P--ú-ō -pe--- eína- -d---rg-. P----- e----- e---- ḗ-- a---- P-e-g- e-e-d- e-n-i ḗ-ē a-g-. ----------------------------- Pheúgō epeidḗ eínai ḗdē argá.

Moedertaal = emotioneel, vreemde taal = rationeel?

Als we vreemde talen leren, gaan wij onze hersenen stimuleren. Door het leren gaat ons denken veranderen. Wij worden creatiever en meer flexibel. Ook het complexe denken wordt voor meertaligen gemakkelijker. Bij het leren wordt het geheugen getraind. Hoe meer we leren, des te beter het functioneert. Iedereen die veel talen heeft geleerd, kunnen andere dingen sneller leren. Ze kunnen meer gericht over een thema nadenken. Problemen worden daardoor sneller oplost. Meertalige mensen kunnen ook beter beslissen. Maar ook hoe we beslissen, hangt van de talen af. De taal waarin we denken, beïnvloedt onze beslissingen. Psychologen hebben voor een onderzoek meerdere testpersonen onderzocht. Alle testpersonen waren tweetalig. Naast hun moedertaal spraken ze nog een andere taal. De testpersonen moesten een vraag beantwoorden. Bij de vraag ging het om het oplossen van een probleem. De testpersonen moesten hier tussen twee opties kiezen. De ene optie was aanzienlijk risicovoller dan de andere. De proefpersonen moesten de vragen in twee talen beantwoorden. En de antwoorden veranderden als de taal ook ging veranderen! Bij het spreken van hun moedertaal hadden de testpersonen het risico antwoord gekozen. In de vreemde taal kozen ze voor de veilige optie. Na dit experiment moesten de testpersonen nog weddenschappen afsluiten. Ook hier is er een duidelijk verschil. Als ze de vreemde taal gingen gebruiken, waren ze gevoeliger. De onderzoekers suggereren dat we in vreemde talen meer geconcentreerd zijn. We gaan niet emotioneel maar rationeel beslissingen maken...