Taalgids

nl iets verklaren 1   »   em giving reasons

75 [vijfenzeventig]

iets verklaren 1

iets verklaren 1

75 [seventy-five]

giving reasons

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Engels (US) Geluid meer
Waarom komt u niet? Why -r-n’- you c-----? W-- a----- y-- c------ W-y a-e-’- y-u c-m-n-? ---------------------- Why aren’t you coming? 0
Het weer is zo slecht. The----th----- s- b--. T-- w------ i- s- b--- T-e w-a-h-r i- s- b-d- ---------------------- The weather is so bad. 0
Ik kom niet, omdat het weer zo slecht is. I am-no--coming --ca-se-t-e -e-the---- s----d. I a- n-- c----- b------ t-- w------ i- s- b--- I a- n-t c-m-n- b-c-u-e t-e w-a-h-r i- s- b-d- ---------------------------------------------- I am not coming because the weather is so bad. 0
Waarom komt hij niet? Why-i------e -o--ng? W-- i---- h- c------ W-y i-n-t h- c-m-n-? -------------------- Why isn’t he coming? 0
Hij is niet uitgenodigd. He-i---t-in---e-. H- i---- i------- H- i-n-t i-v-t-d- ----------------- He isn’t invited. 0
Hij komt niet, omdat hij niet is uitgenodigd. He i-n-t co-in- ---ause he-isn-- invite-. H- i---- c----- b------ h- i---- i------- H- i-n-t c-m-n- b-c-u-e h- i-n-t i-v-t-d- ----------------------------------------- He isn’t coming because he isn’t invited. 0
Waarom kom je niet? W-y--r-n’t---u comi-g? W-- a----- y-- c------ W-y a-e-’- y-u c-m-n-? ---------------------- Why aren’t you coming? 0
Ik heb geen tijd. I hav---- --m-. I h--- n- t---- I h-v- n- t-m-. --------------- I have no time. 0
Ik kom niet, omdat ik geen tijd heb. I am---- comin---ec---e - ha-- -o---me. I a- n-- c----- b------ I h--- n- t---- I a- n-t c-m-n- b-c-u-e I h-v- n- t-m-. --------------------------------------- I am not coming because I have no time. 0
Waarom blijf je niet? W-y -o-’t --u s-ay? W-- d---- y-- s---- W-y d-n-t y-u s-a-? ------------------- Why don’t you stay? 0
Ik moet nog werken. I s--l--h--- to wor-. I s---- h--- t- w---- I s-i-l h-v- t- w-r-. --------------------- I still have to work. 0
Ik blijf niet, omdat ik nog moet werken. I---------tay--g----a-se --s-i-l-hav- to--or-. I a- n-- s------ b------ I s---- h--- t- w---- I a- n-t s-a-i-g b-c-u-e I s-i-l h-v- t- w-r-. ---------------------------------------------- I am not staying because I still have to work. 0
Waarom gaat u al weg? Wh- -re y-----i------e-dy? W-- a-- y-- g---- a------- W-y a-e y-u g-i-g a-r-a-y- -------------------------- Why are you going already? 0
Ik ben moe. I-a- -ir-d. I a- t----- I a- t-r-d- ----------- I am tired. 0
Ik ga weg, omdat ik moe ben. I-- --i---becaus---’m -i-e-. I-- g---- b------ I-- t----- I-m g-i-g b-c-u-e I-m t-r-d- ---------------------------- I’m going because I’m tired. 0
Waarom vertrekt u al? W-y --e -ou-goi-- -lr-a--? W-- a-- y-- g---- a------- W-y a-e y-u g-i-g a-r-a-y- -------------------------- Why are you going already? 0
Het is al laat. It-----lrea-y--at-. I- i- a------ l---- I- i- a-r-a-y l-t-. ------------------- It is already late. 0
Ik vertrek, omdat het al laat is. I-m -o-n--b--ause-it-is--l----y--at-. I-- g---- b------ i- i- a------ l---- I-m g-i-g b-c-u-e i- i- a-r-a-y l-t-. ------------------------------------- I’m going because it is already late. 0

Moedertaal = emotioneel, vreemde taal = rationeel?

Als we vreemde talen leren, gaan wij onze hersenen stimuleren. Door het leren gaat ons denken veranderen. Wij worden creatiever en meer flexibel. Ook het complexe denken wordt voor meertaligen gemakkelijker. Bij het leren wordt het geheugen getraind. Hoe meer we leren, des te beter het functioneert. Iedereen die veel talen heeft geleerd, kunnen andere dingen sneller leren. Ze kunnen meer gericht over een thema nadenken. Problemen worden daardoor sneller oplost. Meertalige mensen kunnen ook beter beslissen. Maar ook hoe we beslissen, hangt van de talen af. De taal waarin we denken, beïnvloedt onze beslissingen. Psychologen hebben voor een onderzoek meerdere testpersonen onderzocht. Alle testpersonen waren tweetalig. Naast hun moedertaal spraken ze nog een andere taal. De testpersonen moesten een vraag beantwoorden. Bij de vraag ging het om het oplossen van een probleem. De testpersonen moesten hier tussen twee opties kiezen. De ene optie was aanzienlijk risicovoller dan de andere. De proefpersonen moesten de vragen in twee talen beantwoorden. En de antwoorden veranderden als de taal ook ging veranderen! Bij het spreken van hun moedertaal hadden de testpersonen het risico antwoord gekozen. In de vreemde taal kozen ze voor de veilige optie. Na dit experiment moesten de testpersonen nog weddenschappen afsluiten. Ook hier is er een duidelijk verschil. Als ze de vreemde taal gingen gebruiken, waren ze gevoeliger. De onderzoekers suggereren dat we in vreemde talen meer geconcentreerd zijn. We gaan niet emotioneel maar rationeel beslissingen maken...