Taalgids

nl iets verklaren 3   »   hi किसी बात का स्पष्टीकरण करना ३

77 [zevenenzeventig]

iets verklaren 3

iets verklaren 3

७७ [सतहत्तर]

77 [satahattar]

किसी बात का स्पष्टीकरण करना ३

[kisee baat ka spashteekaran karana 3]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Hindi Geluid meer
Waarom eet u de taart niet op? आप यह---- क--ो- -ह-----ते? आ- य- क-- क---- न--- ख---- आ- य- क-क क-य-ं न-ी- ख-त-? -------------------------- आप यह केक क्यों नहीं खाते? 0
aa--y-h-k-k -y-n-n-----k--at-? a-- y-- k-- k--- n---- k------ a-p y-h k-k k-o- n-h-n k-a-t-? ------------------------------ aap yah kek kyon nahin khaate?
Ik moet afvallen. म-झे-म-र- -ज़न-घ--ना -ै म--- म--- व-- घ---- ह- म-झ- म-र- व-न घ-ा-ा ह- ---------------------- मुझे मेरा वज़न घटाना है 0
mu--e--era-va--n ghata--a --i m---- m--- v---- g------- h-- m-j-e m-r- v-z-n g-a-a-n- h-i ----------------------------- mujhe mera vazan ghataana hai
Ik eet ze niet op, omdat ik moet afvallen. म-ं इ---नहीं-खा र---/ -ह- -ूँ ------ि----े-मेर- --- घटान--है म-- इ-- न--- ख- र-- / र-- ह-- क------ म--- म--- व-- घ---- ह- म-ं इ-े न-ी- ख- र-ा / र-ी ह-ँ क-य-ं-ि म-झ- म-र- व-न घ-ा-ा ह- ------------------------------------------------------------ मैं इसे नहीं खा रहा / रही हूँ क्योंकि मुझे मेरा वज़न घटाना है 0
m-i----- -a-i- k---raha --rah-- hoon--------muj-e-mer- -a-------t--n- h-i m--- i-- n---- k-- r--- / r---- h--- k----- m---- m--- v---- g------- h-- m-i- i-e n-h-n k-a r-h- / r-h-e h-o- k-o-k- m-j-e m-r- v-z-n g-a-a-n- h-i ------------------------------------------------------------------------- main ise nahin kha raha / rahee hoon kyonki mujhe mera vazan ghataana hai
Waarom drinkt u niet van het bier? आ- ---र क-यों ---ं-पीते-/ --ती? आ- ब--- क---- न--- प--- / प---- आ- ब-अ- क-य-ं न-ी- प-त- / प-त-? ------------------------------- आप बीअर क्यों नहीं पीते / पीती? 0
a-----ea- --on--a-i- p---- - p----e? a-- b---- k--- n---- p---- / p------ a-p b-e-r k-o- n-h-n p-e-e / p-e-e-? ------------------------------------ aap beear kyon nahin peete / peetee?
Ik moet nog rijden. मुझे अ-ी ग-ड़ी-चला-- है म--- अ-- ग---- च---- ह- म-झ- अ-ी ग-ड-ी च-ा-ी ह- ----------------------- मुझे अभी गाड़ी चलानी है 0
m-jh--a---e gaad---c--laa-ee--ai m---- a---- g----- c-------- h-- m-j-e a-h-e g-a-e- c-a-a-n-e h-i -------------------------------- mujhe abhee gaadee chalaanee hai
Ik drink het niet, omdat ik nog moet rijden. मै---ह---प---ह- /--ही ह----्योंक--मुझे अ---ग--़- चलान- -ै म-- न--- प- र-- / र-- ह-- क------ म--- अ-- ग---- च---- ह- म-ं न-ी- प- र-ा / र-ी ह-ँ क-य-ं-ि म-झ- अ-ी ग-ड-ी च-ा-ी ह- --------------------------------------------------------- मैं नहीं पी रहा / रही हूँ क्योंकि मुझे अभी गाड़ी चलानी है 0
mai- na--- pee-raha / -a--e h--n k---ki-m-jhe---he--ga-d-- -h---ane---ai m--- n---- p-- r--- / r---- h--- k----- m---- a---- g----- c-------- h-- m-i- n-h-n p-e r-h- / r-h-e h-o- k-o-k- m-j-e a-h-e g-a-e- c-a-a-n-e h-i ------------------------------------------------------------------------ main nahin pee raha / rahee hoon kyonki mujhe abhee gaadee chalaanee hai
Waarom drink je niet van de koffie? तु- -ॉ--- --य-----ी- --त--- प-ती? त-- क---- क---- न--- प--- / प---- त-म क-फ-ी क-य-ं न-ी- प-त- / प-त-? --------------------------------- तुम कॉफ़ी क्यों नहीं पीते / पीती? 0
t-- kof-- --on-n--in-p-e-e-/---e---? t-- k---- k--- n---- p---- / p------ t-m k-f-e k-o- n-h-n p-e-e / p-e-e-? ------------------------------------ tum kofee kyon nahin peete / peetee?
Het is koud. ठण-डी है ठ---- ह- ठ-्-ी ह- -------- ठण्डी है 0
t--nde- -ai t------ h-- t-a-d-e h-i ----------- thandee hai
Ik drink er niet van, omdat het koud is. म-- --ीं ------ / -ही-------योंकि व--ठ-्डी-है म-- न--- प- र-- / र-- ह-- क------ व- ठ---- ह- म-ं न-ी- प- र-ा / र-ी ह-ँ क-य-ं-ि व- ठ-्-ी ह- --------------------------------------------- मैं नहीं पी रहा / रही हूँ क्योंकि वह ठण्डी है 0
main na--n---e r-ha /-r-----h-o- kyo-k--v-h --a-d-- --i m--- n---- p-- r--- / r---- h--- k----- v-- t------ h-- m-i- n-h-n p-e r-h- / r-h-e h-o- k-o-k- v-h t-a-d-e h-i ------------------------------------------------------- main nahin pee raha / rahee hoon kyonki vah thandee hai
Waarom drink je niet van de thee? त-म-चा- क्यो--न-ीं -ीते-- ----? त-- च-- क---- न--- प--- / प---- त-म च-य क-य-ं न-ी- प-त- / प-त-? ------------------------------- तुम चाय क्यों नहीं पीते / पीती? 0
t---c-a-- kyon-nahin --et- ---e--ee? t-- c---- k--- n---- p---- / p------ t-m c-a-y k-o- n-h-n p-e-e / p-e-e-? ------------------------------------ tum chaay kyon nahin peete / peetee?
Ik heb geen suiker. मे-- पास--क-क---हीं है म--- प-- श---- न--- ह- म-र- प-स श-्-र न-ी- ह- ---------------------- मेरे पास शक्कर नहीं है 0
me-e-paas s--k--r --hin -ai m--- p--- s------ n---- h-- m-r- p-a- s-a-k-r n-h-n h-i --------------------------- mere paas shakkar nahin hai
Ik drink er niet van, omdat ik geen suiker heb. मै- -ह-ं-प- --ा - --ी ह---क्यो-कि --र----स-श-्-- न----है म-- न--- प- र-- / र-- ह-- क------ म--- प-- श---- न--- ह- म-ं न-ी- प- र-ा / र-ी ह-ँ क-य-ं-ि म-र- प-स श-्-र न-ी- ह- -------------------------------------------------------- मैं नहीं पी रहा / रही हूँ क्योंकि मेरे पास शक्कर नहीं है 0
m--n n-hi- ----raha / r-h-e -o-n k-o-ki m--e---a- ------r--ahin-hai m--- n---- p-- r--- / r---- h--- k----- m--- p--- s------ n---- h-- m-i- n-h-n p-e r-h- / r-h-e h-o- k-o-k- m-r- p-a- s-a-k-r n-h-n h-i ------------------------------------------------------------------- main nahin pee raha / rahee hoon kyonki mere paas shakkar nahin hai
Waarom eet je niet van de soep? आप -ू- --यो--नह-ं पी-े /-पीत-? आ- स-- क---- न--- प--- / प---- आ- स-प क-य-ं न-ी- प-त- / प-त-? ------------------------------ आप सूप क्यों नहीं पीते / पीती? 0
aa--so-p ky-- -ah-- pe--- --p-et-e? a-- s--- k--- n---- p---- / p------ a-p s-o- k-o- n-h-n p-e-e / p-e-e-? ----------------------------------- aap soop kyon nahin peete / peetee?
Ik heb die niet besteld. म---- ये-न--ं -ंगा-ा -ै म---- य- न--- म----- ह- म-ं-े य- न-ी- म-ग-य- ह- ----------------------- मैंने ये नहीं मंगाया है 0
main-e--e---h-n --n-aa-a---i m----- y- n---- m------- h-- m-i-n- y- n-h-n m-n-a-y- h-i ---------------------------- mainne ye nahin mangaaya hai
Ik eet er niet van, omdat ik het niet besteld heb. मै--इसे न----प--रह--- रही-हू- -्-ो--ि-म--ने--े न-ी----ग----है म-- इ-- न--- प- र-- / र-- ह-- क------ म---- य- न--- म----- ह- म-ं इ-े न-ी- प- र-ा / र-ी ह-ँ क-य-ं-ि म-ं-े य- न-ी- म-ग-य- ह- ------------------------------------------------------------- मैं इसे नहीं पी रहा / रही हूँ क्योंकि मैंने ये नहीं मंगाया है 0
m-i----e----i--p-e----a-/ ra--e-ho-n -y---------n- ye ----- ---g--y- -ai m--- i-- n---- p-- r--- / r---- h--- k----- m----- y- n---- m------- h-- m-i- i-e n-h-n p-e r-h- / r-h-e h-o- k-o-k- m-i-n- y- n-h-n m-n-a-y- h-i ------------------------------------------------------------------------ main ise nahin pee raha / rahee hoon kyonki mainne ye nahin mangaaya hai
Waarom eet je niet van het vlees? आप--ां--क्यो----ी- खात- - ख---? आ- म--- क---- न--- ख--- / ख---- आ- म-ं- क-य-ं न-ी- ख-त- / ख-त-? ------------------------------- आप मांस क्यों नहीं खाते / खाती? 0
a-p-maa---kyo- -a-i--khaat--/-kh--tee? a-- m---- k--- n---- k----- / k------- a-p m-a-s k-o- n-h-n k-a-t- / k-a-t-e- -------------------------------------- aap maans kyon nahin khaate / khaatee?
Ik ben vegetariër. मै- शा-ा-ा-ी--ूँ म-- श------- ह-- म-ं श-क-ह-र- ह-ँ ---------------- मैं शाकाहारी हूँ 0
m--n-s-a--a-ha-re- hoon m--- s------------ h--- m-i- s-a-k-a-a-r-e h-o- ----------------------- main shaakaahaaree hoon
Ik eet er niet van, omdat ik vegetariër ben. म---इ-- -ही- ---रहा---र-ी -ू- -्--ं-ि -ै--श--ा-ा-ी-हूँ म-- इ-- न--- ख- र-- / र-- ह-- क------ म-- श------- ह-- म-ं इ-े न-ी- ख- र-ा / र-ी ह-ँ क-य-ं-ि म-ं श-क-ह-र- ह-ँ ------------------------------------------------------ मैं इसे नहीं खा रहा / रही हूँ क्योंकि मैं शाकाहारी हूँ 0
mai- -se na--n-kha--a-a---ra-ee-h----k-------a---sh-akaah-are- h-on m--- i-- n---- k-- r--- / r---- h--- k----- m--- s------------ h--- m-i- i-e n-h-n k-a r-h- / r-h-e h-o- k-o-k- m-i- s-a-k-a-a-r-e h-o- ------------------------------------------------------------------- main ise nahin kha raha / rahee hoon kyonki main shaakaahaaree hoon

Gebaren helpen de woordenschat te leren

Als we de woordenschat leren moeten onze hersenen een hoop werk verrichten. Het moet elk nieuw woord opslaan. U kunt echter ook de hersenen bij het leren ondersteunen. Dit werkt door de gebaren. Gebaren helpen onze geheugen. Het kan beter woorden onthouden bij het verwerken van de gebaren. Dat heeft een onderzoek duidelijk aangetoond. Onderzoekers lieten testpersonen de woordenschat leren. Deze woorden bestonden niet echt. Ze behoorden tot een kunstmatige taal. Sommige woorden werden door de testpersonen met gebaren bijgebracht. Dat wil zeggen dat de testpersonen niet alleen de woorden gingen horen en lezen. Door de gebaren werden ook de betekenissen van woorden nagebootst. Tijdens het leren werden hun hersenactiviteit gemeten. Hier kwamen de onderzoekers tot een grote ontdekking. Bij het leren van woorden met gebaren waren verschillende gebieden van de hersenen actief. Afgezien van het talencentrum toonde ook de sensomotorische gebieden activiteiten. Deze extra hersenactiviteit heeft invloed op ons geheugen. Bij het leren met gebaren vormen complexe netwerken. Deze netwerken gaan het nieuwe woord in verschillende gebieden van de hersenen opslaan. Zo konden de woorden efficiënter worden verwerkt. Als we ze willen gebruiken gaat onze hersenen de woorden sneller vinden. Ook worden ze beter opgeslagen. Maar het is ook van groot belang dat de gebaren met het woord is gekoppeld. Onze hersenen herkennen het woord en gebaar als ze niet bij elkaar passen. De nieuwe bevindingen kunnen leiden tot nieuwe methoden in het onderwijs. Mensen die weinig kennis van talen hebben, leren vaak langzamer. Misschien leren ze gemakkelijker wanneer ze de woorden lichamelijk imiteren...