Taalgids

nl Verleden tijd 1   »   pt Passado 1

81 [eenentachtig]

Verleden tijd 1

Verleden tijd 1

81 [oitenta e um]

Passado 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Portugees (PT) Geluid meer
schrijven es-----r escrever 0
Hij schreef een brief. El- e------- u-- c----. Ele escreveu uma carta. 0
En zij schreef een kaart. E e-- e------- u- p-----. E ela escreveu um postal. 0
lezen ler ler 0
Hij las een tijdschrift. El- l-- u-- r------. Ele leu uma revista. 0
En zij las een boek. E e-- l-- u- l----. E ela leu um livro. 0
nemen Pe---/ t---r Pegar/ tirar 0
Hij nam een sigaret. El- t---- u- c------. Ele tirou um cigarro. 0
Zij nam een stuk chocola. El- t---- u- p----- d- c--------. Ela tirou um pedaço de chocolate. 0
Hij was ontrouw, maar zij was trouw. El- f-- i------ m-- e-- f-- f---. Ele foi infiel, mas ela foi fiel. 0
Hij was lui, maar zij was ijverig. El- e-- p---------- m-- e-- e-- t-----------. Ele era preguiçoso, mas ela era trabalhadora. 0
Hij was arm, maar zij was rijk. El- e-- p----- m-- e-- e-- r---. Ele era pobre, mas ela era rica. 0
Hij had geen geld, maar schulden. El- n-- t---- d-------- m-- s-- d------. Ele não tinha dinheiro, mas sim dívidas. 0
Hij had geen geluk, maar pech. El- n-- t---- s----- m-- s-- a---. Ele não tinha sorte, mas sim azar. 0
Hij had geen succes, maar tegenslag. El- n-- t---- s------- m-- s-- i--------. Ele não tinha sucesso, mas sim insucesso. 0
Hij was niet tevreden, maar ontevreden. El- n-- e----- s---------- m-- s-- i-----------. Ele não estava satisfeito, mas sim insatisfeito. 0
Hij was niet gelukkig, maar ongelukkig. El- n-- e----- f----- m-- s-- i------. Ele não estava feliz, mas sim infeliz. 0
Hij was niet sympathiek, maar onsympathiek. El- n-- e-- s--------- m-- s-- a---------. Ele não era simpático, mas sim antipático. 0

Hoe kinderen leren om goed te kunnen spreken

Zodra een mens geboren is, begint hij met anderen te communiceren. Baby's huilen als ze iets willen. Na een paar maanden kunnen ze zelfs eenvoudige woorden uitspreken. Ze kunnen na twee jaar zinnen van drie woorden uitspreken. Als kinderen beginnen met praten, kunnen we ze niet beïnvloeden. Maar ze kunnen van invloed zijn op hoe goed kinderen hun moedertaal leren! Maar men moet een aantal dingen overwegen. Van groot belang is dat lerende kinderen steeds gemotiveerd blijven. Men moet zich realiseren dat het iets bereikt wanneer hij spreekt. Baby's zijn blij om een glimlach als reactie te zien. Oudere kinderen gaan de dialoog aan met hun omgeving. Zij oriënteren zich op de taal van de mensen om hun heen. Daarom is het taalniveau van de ouders en opvoeders van groot belang. Ook moeten kinderen leren dat de taal waardevol is! Daarbij moeten ze altijd plezier hebben. Bij het voorlezen kunnen de kinderen zien hoe spannend de taal kan zijn. Ouders moeten ook zoveel mogelijk met hun kind iets gaan doen. Als een kind veel ervaring op doet, wil hij daarover spreken. Tweetalige opgegroeide kinderen hebben behoefte aan vaste regels. Ze moeten weten welke taal door wie gesproken wordt. Zo zullen hun hersenen leren om de twee talen te kunnen onderscheiden. De taal gaat veranderen wanneer de kinderen naar school gaan. Ze leren een nieuw omgangstaal. Nu is het van groot belang dat de ouders respecteren hoe hun kind spreekt. Onderzoeken tonen aan dat de eerste taal de hersenen steeds meer vorm geeft. Wat we als kind leren, gaan we gedurende ons hele leven meenemen. Wie zijn moedertaal op jonge leeftijd goed leert, zal er later goed van kunnen profiteren. Hij leert nieuwe dingen snel en effectief - niet alleen vreemde talen...