Taalgids

nl Bijzinnen met dat 1   »   fr Subordonnées avec que 1

91 [eenennegentig]

Bijzinnen met dat 1

Bijzinnen met dat 1

91 [quatre-vingt-onze]

Subordonnées avec que 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Frans Geluid meer
Het weer wordt morgen misschien beter. L- -e-ps----a p----------t -e-ll-u- de----. L- t---- s--- p----------- m------- d------ L- t-m-s s-r- p-o-a-l-m-n- m-i-l-u- d-m-i-. ------------------------------------------- Le temps sera probablement meilleur demain. 0
Hoe weet u dat? D-où le ---ez-v-u- ? D--- l- s--------- ? D-o- l- s-v-z-v-u- ? -------------------- D’où le savez-vous ? 0
Ik hoop dat het beter wordt. J-e-père--u-il -----m--ll---. J------- q---- s--- m-------- J-e-p-r- q-’-l s-r- m-i-l-u-. ----------------------------- J’espère qu’il sera meilleur. 0
Hij komt heel zeker. Il --e---- ----ain-m---. I- v------ c------------ I- v-e-d-a c-r-a-n-m-n-. ------------------------ Il viendra certainement. 0
Is dat zeker? Es------ue-c’est --r-? E----- q-- c---- s-- ? E-t-c- q-e c-e-t s-r ? ---------------------- Est-ce que c’est sur ? 0
Ik weet dat hij komt. J- ---- q---l-v-e-d-a. J- s--- q---- v------- J- s-i- q-’-l v-e-d-a- ---------------------- Je sais qu’il viendra. 0
Hij belt zeker op. Il ap--ll--a-ce-t----m--t. I- a-------- c------------ I- a-p-l-e-a c-r-a-n-m-n-. -------------------------- Il appellera certainement. 0
Werkelijk? Vra----- ? V------- ? V-a-m-n- ? ---------- Vraiment ? 0
Ik geloof dat hij opbelt. Je cr----q--il--ppe-----. J- c---- q---- a--------- J- c-o-s q-’-l a-p-l-e-a- ------------------------- Je crois qu’il appellera. 0
De wijn is zeker oud. Le -in-est---ob-bl--e-t v--u-. L- v-- e-- p----------- v----- L- v-n e-t p-o-a-l-m-n- v-e-x- ------------------------------ Le vin est probablement vieux. 0
Weet u dat zeker? E- -t----ous-c---ain ? E- ê-------- c------ ? E- ê-e---o-s c-r-a-n ? ---------------------- En êtes-vous certain ? 0
Ik vermoed dat hij oud is. J---u-po-e qu--l --- vi---. J- s------ q---- e-- v----- J- s-p-o-e q-’-l e-t v-e-x- --------------------------- Je suppose qu’il est vieux. 0
Onze chef ziet er goed uit. Not-e-c-e---s- beau. N---- c--- e-- b---- N-t-e c-e- e-t b-a-. -------------------- Notre chef est beau. 0
Vindt u? V-us -ro--ez-? V--- t------ ? V-u- t-o-v-z ? -------------- Vous trouvez ? 0
Ik vind dat hij er zelfs zeer goed uitziet. J- -ro--e-mê-e qu--l es--trè-----u. J- t----- m--- q---- e-- t--- b---- J- t-o-v- m-m- q-’-l e-t t-è- b-a-. ----------------------------------- Je trouve même qu’il est très beau. 0
De chef heeft zeker een vriendin. Le --ef ----rtai----n--u-- a---. L- c--- a c----------- u-- a---- L- c-e- a c-r-a-n-m-n- u-e a-i-. -------------------------------- Le chef a certainement une amie. 0
Denkt u dat echt? Le--roy-z----- -ra-m----? L- c---------- v------- ? L- c-o-e---o-s v-a-m-n- ? ------------------------- Le croyez-vous vraiment ? 0
Het is goed mogelijk dat hij een vriendin heeft. C’e-t -ie---oss---- -u’-- --t un- ----. C---- b--- p------- q---- a-- u-- a---- C-e-t b-e- p-s-i-l- q-’-l a-t u-e a-i-. --------------------------------------- C’est bien possible qu’il ait une amie. 0

De Spaanse taal

De Spaanse taal behoort tot de wereldtalen. Voor meer dan 380 miljoen mensen is Spaans de moedertaal. Er zijn ook heel wat mensen die het als tweede taal spreken. Daarom is Spaans één van de belangrijkste talen van de wereld. Het is ook de grootste van alle Romaanse talen. Spaanstalige noemen hun taal español of castellano . De term castellano onthult waar de Spaanse taal is ontstaan. Het heeft zich uit de volkstaal van Castilla ontwikkeld. In de 16e eeuw spraken de meeste Spanjaarden castellano . Tegenwoordig worden de termen español en castellano door elkaar gebruikt. Ze kunnen ook een politieke dimensie hebben. Door de veroveringen and the kolonialisme werd het uitgebreid. Zelfs in West-Afrika en de Filippijnen wordt Spaans gesproken. Maar de meeste Spaanssprekende mensen wonen in Amerika. In Midden- en Zuid-Amerika is het Spaans de dominante taal. Maar ook in de VS groeit het aantal Spaanssprekende mensen. Ongeveer 50 miljoen mensen in de VS spreken Spaans. Dat zijn er meer dan in Spanje! Het Spaans in Amerika verschilt zich van het Europese Spaans. Deze verschillen hebben vooral betrekking op de woordenschat en de grammatica. In Amerika wordt bijvoorbeeld een ander verleden tijd gebruikt. Zelfs bij de woordenschat zijn er veel verschillen. Sommige woorden zijn alleen in Amerika te vinden, en andere alleen in Spanje. Het Spaans is echter ook niet in Amerika een eenheid. Er zijn veel verschillende variaties van de Spaanse taal in Amerika. Na het Engels is Spaans de meest onderwezen vreemde taal in de wereld. En het kan relatief snel aangeleerd worden... Waar wacht u nog? - ¡Vamos!