Taalgids

nl Bijzinnen met dat 1   »   te సహాయక ఉపవాక్యాలు: అది 1

91 [eenennegentig]

Bijzinnen met dat 1

Bijzinnen met dat 1

91 [తొంభై ఒకటి]

91 [Tombhai okaṭi]

సహాయక ఉపవాక్యాలు: అది 1

[Sahāyaka upavākyālu: Adi 1]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Telugu Geluid meer
Het weer wordt morgen misschien beter. బహ--- ర--- వ------- బ----------ి బహుశా రేపు వాతావరణం బాగుపడుతుంది 0
B----- r--- v---------- b------------ Ba---- r--- v---------- b-----------i Bahuśā rēpu vātāvaraṇaṁ bāgupaḍutundi B-h-ś- r-p- v-t-v-r-ṇ-ṁ b-g-p-ḍ-t-n-i -------------------------------------
Hoe weet u dat? అద- మ--- ఎ-- త-----? అది మీకు ఎలా తెలుసు? 0
A-- m--- e-- t-----? Ad- m--- e-- t-----? Adi mīku elā telusu? A-i m-k- e-ā t-l-s-? -------------------?
Ik hoop dat het beter wordt. అద- బ------------ ఆ-----------ు అది బాగుపడుతుండని ఆశిస్తున్నాను 0
A-- b-------------- ā---------- Ad- b-------------- ā---------u Adi bāgupaḍutuṇḍani āśistunnānu A-i b-g-p-ḍ-t-ṇ-a-i ā-i-t-n-ā-u -------------------------------
Hij komt heel zeker. ఆయ- త-------- వ-----ు ఆయన తప్పకుండా వస్తారు 0
Ā---- t--------- v------ Āy--- t--------- v-----u Āyana tappakuṇḍā vastāru Ā-a-a t-p-a-u-ḍ- v-s-ā-u ------------------------
Is dat zeker? ఇద- ఖ-------? ఇది ఖచ్చితమా? 0
I-- k---------? Id- k---------? Idi khaccitamā? I-i k-a-c-t-m-? --------------?
Ik weet dat hij komt. ఆయ- వ------- న--- త----ు ఆయన వస్తారని నాకు తెలుసు 0
Ā---- v-------- n--- t----- Āy--- v-------- n--- t----u Āyana vastārani nāku telusu Ā-a-a v-s-ā-a-i n-k- t-l-s- ---------------------------
Hij belt zeker op. ఆయ- త-------- క--- / ఫ--- చ------ు ఆయన తప్పకుండా కాల్ / ఫోన్ చేస్తారు 0
Ā---- t--------- k--/ p--- c------ Āy--- t--------- k--/ p--- c-----u Āyana tappakuṇḍā kāl/ phōn cēstāru Ā-a-a t-p-a-u-ḍ- k-l/ p-ō- c-s-ā-u --------------------/-------------
Werkelijk? ని----? నిజంగా? 0
N------? Ni-----? Nijaṅgā? N-j-ṅ-ā? -------?
Ik geloof dat hij opbelt. ఆయ- క--- / ఫ--- చ-------- న--- న-----------ు ఆయన కాల్ / ఫోన్ చేస్తారని నేను నమ్ముతున్నాను 0
Ā---- k--/ p--- c-------- n--- n--'m-------- Āy--- k--/ p--- c-------- n--- n-----------u Āyana kāl/ phōn cēstārani nēnu nam'mutunnānu Ā-a-a k-l/ p-ō- c-s-ā-a-i n-n- n-m'm-t-n-ā-u ---------/------------------------'---------
De wijn is zeker oud. వై-- త-------- ప---ి వైన్ తప్పకుండా పాతది 0
V--- t--------- p----- Va-- t--------- p----i Vain tappakuṇḍā pātadi V-i- t-p-a-u-ḍ- p-t-d- ----------------------
Weet u dat zeker? మీ-- ఇ-- ఖ-------- త-----? మీకు ఇది ఖచ్చితంగా తెలుసా? 0
M--- i-- k---------- t-----? Mī-- i-- k---------- t-----? Mīku idi khaccitaṅgā telusā? M-k- i-i k-a-c-t-ṅ-ā t-l-s-? ---------------------------?
Ik vermoed dat hij oud is. ఇద- ప----- న--- అ------------ు ఇది పాతదని నేను అనుకుంటున్నాను 0
I-- p------- n--- a------------ Id- p------- n--- a-----------u Idi pātadani nēnu anukuṇṭunnānu I-i p-t-d-n- n-n- a-u-u-ṭ-n-ā-u -------------------------------
Onze chef ziet er goed uit. మన య----- అ----- అ---------ు మన యజమాని అందంగా అనిపిస్తారు 0
M--- y------- a------ a--------- Ma-- y------- a------ a--------u Mana yajamāni andaṅgā anipistāru M-n- y-j-m-n- a-d-ṅ-ā a-i-i-t-r- --------------------------------
Vindt u? మీ-- అ-- అ-----------? మీకు అలా అనిపిస్తుందా? 0
M--- a-- a----------? Mī-- a-- a----------? Mīku alā anipistundā? M-k- a-ā a-i-i-t-n-ā? --------------------?
Ik vind dat hij er zelfs zeer goed uitziet. నా-- ఆ-- చ--- అ----- క---------ు నాకు ఆయన చాలా అందంగా కనిపిస్తారు 0
N--- ā---- c--- a------ k---------- Nā-- ā---- c--- a------ k---------u Nāku āyana cālā andaṅgā kanipistāru N-k- ā-a-a c-l- a-d-ṅ-ā k-n-p-s-ā-u -----------------------------------
De chef heeft zeker een vriendin. యజ------ త-------- ఒ- స----------- ఉ--ి యజమానికి తప్పకుండా ఒక స్నేహితురాలు ఉంది 0
Y--------- t--------- o-- s---------- u--- Ya-------- t--------- o-- s---------- u--i Yajamāniki tappakuṇḍā oka snēhiturālu undi Y-j-m-n-k- t-p-a-u-ḍ- o-a s-ē-i-u-ā-u u-d- ------------------------------------------
Denkt u dat echt? మీ-- న----- అ-- అ-------------? మీరు నిజంగా అలా అనుకుంటున్నారా? 0
M--- n------ a-- a------------? Mī-- n------ a-- a------------? Mīru nijaṅgā alā anukuṇṭunnārā? M-r- n-j-ṅ-ā a-ā a-u-u-ṭ-n-ā-ā? ------------------------------?
Het is goed mogelijk dat hij een vriendin heeft. ఆయ--- ఒ- స----------- ఉ---- స-------ే ఆయనకి ఒక స్నేహితురాలు ఉండడం సంభావ్యమే 0
Ā------ o-- s---------- u------ s---------- Āy----- o-- s---------- u------ s---------ē Āyanaki oka snēhiturālu uṇḍaḍaṁ sambhāvyamē Ā-a-a-i o-a s-ē-i-u-ā-u u-ḍ-ḍ-ṁ s-m-h-v-a-ē -------------------------------------------

De Spaanse taal

De Spaanse taal behoort tot de wereldtalen. Voor meer dan 380 miljoen mensen is Spaans de moedertaal. Er zijn ook heel wat mensen die het als tweede taal spreken. Daarom is Spaans één van de belangrijkste talen van de wereld. Het is ook de grootste van alle Romaanse talen. Spaanstalige noemen hun taal español of castellano . De term castellano onthult waar de Spaanse taal is ontstaan. Het heeft zich uit de volkstaal van Castilla ontwikkeld. In de 16e eeuw spraken de meeste Spanjaarden castellano . Tegenwoordig worden de termen español en castellano door elkaar gebruikt. Ze kunnen ook een politieke dimensie hebben. Door de veroveringen and the kolonialisme werd het uitgebreid. Zelfs in West-Afrika en de Filippijnen wordt Spaans gesproken. Maar de meeste Spaanssprekende mensen wonen in Amerika. In Midden- en Zuid-Amerika is het Spaans de dominante taal. Maar ook in de VS groeit het aantal Spaanssprekende mensen. Ongeveer 50 miljoen mensen in de VS spreken Spaans. Dat zijn er meer dan in Spanje! Het Spaans in Amerika verschilt zich van het Europese Spaans. Deze verschillen hebben vooral betrekking op de woordenschat en de grammatica. In Amerika wordt bijvoorbeeld een ander verleden tijd gebruikt. Zelfs bij de woordenschat zijn er veel verschillen. Sommige woorden zijn alleen in Amerika te vinden, en andere alleen in Spanje. Het Spaans is echter ook niet in Amerika een eenheid. Er zijn veel verschillende variaties van de Spaanse taal in Amerika. Na het Engels is Spaans de meest onderwezen vreemde taal in de wereld. En het kan relatief snel aangeleerd worden... Waar wacht u nog? - ¡Vamos!