فریز بُک

ur ‫صفت 3‬   »   nl Bijvoeglijke naamwoorden 3

‫80 [اسّی]‬

‫صفت 3‬

‫صفت 3‬

80 [tachtig]

Bijvoeglijke naamwoorden 3

منتخب کریں کہ آپ کس طرح ترجمہ دیکھنا چاہتے ہیں:   
اردو ڈچ چالو کریں مزید
‫اسکے پاس ایک کتّا ہے -‬ Zij heeft een hond. Zij heeft een hond. 1
‫کتّا بڑا ہے -‬ De hond is groot. De hond is groot. 1
‫اسکے پاس بڑا کتّا ہے -‬ Zij heeft een grote hond. Zij heeft een grote hond. 1
‫اسکے پاس ایک گھر ہے -‬ Zij heeft een huis. Zij heeft een huis. 1
‫گھر چھوٹا ہے -‬ Het huis is klein. Het huis is klein. 1
‫اسکے پاس چھوٹا گھر ہے -‬ Zij heeft een klein huis. Zij heeft een klein huis. 1
‫وہ ہوٹل میں رہتا ہے -‬ Hij woont in een hotel. Hij woont in een hotel. 1
‫ہوٹل سستا ہے -‬ Het hotel is goedkoop. Het hotel is goedkoop. 1
‫وہ ایک سستے ہوٹل میں رہتا ہے -‬ Hij woont in een goedkoop hotel. Hij woont in een goedkoop hotel. 1
‫اسکے پاس ایک گاڑی ہے -‬ Hij heeft een auto. Hij heeft een auto. 1
‫گاڑی مہنگی ہے -‬ De auto is duur. De auto is duur. 1
‫اسکے پاس ایک مہنگی گاڑی ہے -‬ Hij heeft een dure auto. Hij heeft een dure auto. 1
‫وہ ناول پڑھ رہا ہے -‬ Hij leest een roman. Hij leest een roman. 1
‫ناول بور ہے -‬ De roman is saai. De roman is saai. 1
‫وہ ایک بور ناول پڑھ رہا ہے -‬ Hij leest een saaie roman. Hij leest een saaie roman. 1
‫وہ فلم دیکھ رہی ہے -‬ Zij kijkt naar een film. Zij kijkt naar een film. 1
‫فلم سنسنی خیز ہے -‬ De film is spannend. De film is spannend. 1
‫وہ ایک سنسنی خیز فلم دیکھ رہی ہے -‬ Zij kijkt naar een spannende film. Zij kijkt naar een spannende film. 1

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -