Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

caminar
No es pot caminar per aquest camí.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
estudiar
Hi ha moltes dones estudiant a la meva universitat.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
crear
Qui va crear la Terra?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
passar
Aquí ha passat un accident.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
influenciar
No et deixis influenciar pels altres!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
acabar
Com hem acabat en aquesta situació?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
passar per
Els dos passen l’un per l’altre.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
rebutjar
El nen rebutja el seu menjar.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
augmentar
La població ha augmentat significativament.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
aconseguir una baixa mèdica
Ha d’aconseguir una baixa mèdica del metge.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
collir
Vam collir molt vi.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
agrair
Ell li va agrair amb flors.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.