augmentar
La població ha augmentat significativament.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
aconseguir una baixa mèdica
Ha d’aconseguir una baixa mèdica del metge.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
collir
Vam collir molt vi.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
agrair
Ell li va agrair amb flors.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.