Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

take care of
Our janitor takes care of snow removal.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
work for
He worked hard for his good grades.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cancel
The flight is canceled.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cover
She covers her face.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
log in
You have to log in with your password.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
kick
In martial arts, you must be able to kick well.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
endorse
We gladly endorse your idea.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
decide
She can’t decide which shoes to wear.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
run
The athlete runs.
rennen
De atleet rent.
step on
I can’t step on the ground with this foot.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
build
When was the Great Wall of China built?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
marry
Minors are not allowed to be married.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.