Woordenlijst

Kannada – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
echt
Kan ik dat echt geloven?
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.