Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
eindigen
De route eindigt hier.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
kijken
Ze kijkt door een gat.