Testen 92



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Tue Dec 30, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Het is twaalf uur.
is twelve o’clock   See hint
2. In de winter sneeuwt of regent het.
It snows or in winter   See hint
3. De talen lijken op elkaar.
The languages are similar   See hint
4. Mag ik de kaart, alstublieft?
I would like the menu,   See hint
5. Kunt u mij om 7.00 uur wekken?
you please wake me up at o’clock?   See hint
6. Kun je hier een hotel reserveren?
Can one reserve a here?   See hint
7. Neem je zonnebril mee.
Take the sun-glasses you   See hint
8. Waarom blijf je thuis?
Why are you home?   See hint
9. Spraken ze te zacht?
Did they too quietly?   See hint
10. Ik was vanmorgen laat.
I was this morning   See hint