Testen 22



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Wed Dec 24, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Sorry, maar ik heb al plannen.
mi, mam inne plany   See hint
2. Ik drink koffie.
kawę   See hint
3. De kinderen maken de fietsen schoon.
Dzieci rowery   See hint
4. Ik wil graag naar de luchthaven.
Chciałbym / dostać się na lotnisko   See hint
5. Wilt u dat met pasta?
Chciałby / Chciałaby pani do tego makaron?   See hint
6. Heeft u een kaartje?
Ma / pani bilet?   See hint
7. Wie heeft dat gebouw gebouwd?
Kto ten budynek?   See hint
8. Ik ga naar een sportschool.
Chodzę do klubu   See hint
9. De supermarkt is recht voor ons.
Supermarket jest tuż nami   See hint
10. De leerlingen schrijven een aantal zinnen.
Uczniowie kilka zdań   See hint