Woordenlijst

Malayalam – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/73751556.webp
bidden
Hij bidt in stilte.
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/47969540.webp
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
cms/verbs-webp/95543026.webp
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/119188213.webp
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
cms/verbs-webp/74693823.webp
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/119520659.webp
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
cms/verbs-webp/84506870.webp
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/32685682.webp
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.