Testen 20



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Dec 25, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Hier is mijn adres.
il mio indirizzo   See hint
2. oktober, november en december.
ottobre, , dicembre   See hint
3. Ik maak de badkamer schoon.
Io pulisco il   See hint
4. Ik kom je op de bushalte ophalen.
Ti passo a prendere alla dell’autobus   See hint
5. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
un piatto veloce   See hint
6. Wanneer gaat de laatste tram?
parte l’ultimo tram?   See hint
7. Wat voor een gebouw is dat?
Di che si tratta?   See hint
8. Heb je dan skischoenen bij je?
portato gli scarponi da sci?   See hint
9. De baby slaapt vredig in het vliegtuig.
Il dorme tranquillamente sull'aereo   See hint
10. Hoe heet dat in het Russisch?
Come si chiama in ?   See hint
1. Hier is mijn adres.
il mio indirizzo   See hint
2. oktober, november en december.
ottobre, , dicembre   See hint
3. Ik maak de badkamer schoon.
Io pulisco il   See hint
4. Ik kom je op de bushalte ophalen.
Ti passo a prendere alla dell’autobus   See hint
5. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
un piatto veloce   See hint
6. Wanneer gaat de laatste tram?
parte l’ultimo tram?   See hint
7. Wat voor een gebouw is dat?
Di che si tratta?   See hint
8. Heb je dan skischoenen bij je?
portato gli scarponi da sci?   See hint
9. De baby slaapt vredig in het vliegtuig.
Il dorme tranquillamente sull'aereo   See hint
10. Hoe heet dat in het Russisch?
Come si chiama in ?   See hint