Testen 3



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Mon Apr 29, 2024

0/10

Klik op een woord
1. zij beiden
due   See hint
2. Ik tel tot drie.
conto fino a tre.   See hint
3. vier, vijf, zes,
quattro, , sei,   See hint
4. dertien
5. Wie stofzuigt?
Chi , / Chi passa l’aspirapolvere?   See hint
6. Ik wil graag een groenteschotel.
un piatto di verdura.   See hint
7. Welke bus moet ik nemen?
Che linea prendere?   See hint
8. Wanneer eindigt de rondleiding?
finisce la visita guidata?   See hint
9. Neem je zonnehoed mee.
il cappello per il sole.   See hint
10. Ik heb een halsketting en een armband nodig.
bisogno di una collana e di un braccialetto.   See hint