wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
caminhar
Ele gosta de caminhar na floresta.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
conduzir
Os cowboys conduzem o gado com cavalos.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
atualizar
Hoje em dia, você tem que atualizar constantemente seu conhecimento.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
ficar para trás
O tempo de sua juventude fica muito atrás.