वाक्यांश

hi भूतकाल ४   »   nl Verleden tijd 4

८४ [चौरासी]

भूतकाल ४

भूतकाल ४

84 [vierentachtig]

Verleden tijd 4

पाठ देखने के लिए क्लिक करें   
हिन्दी डच प्ले अधिक
पढ़ना le--n lezen l-z-n ----- lezen 0
मैंने पढ़ा Ik -eb-gel-z--. Ik heb gelezen. I- h-b g-l-z-n- --------------- Ik heb gelezen. 0
मैंने पूरा उपन्यास पढ़ा Ik heb -- -e-e roma- ge---en. Ik heb de hele roman gelezen. I- h-b d- h-l- r-m-n g-l-z-n- ----------------------------- Ik heb de hele roman gelezen. 0
समझना be--ij-en begrijpen b-g-i-p-n --------- begrijpen 0
मैं समझ गया / गयी I- -e---eg-e--n. Ik heb begrepen. I- h-b b-g-e-e-. ---------------- Ik heb begrepen. 0
मैं पूरा पाठ समझ गया / गयी Ik-heb -- h--e---k-t-beg-e-e-. Ik heb de hele tekst begrepen. I- h-b d- h-l- t-k-t b-g-e-e-. ------------------------------ Ik heb de hele tekst begrepen. 0
उत्तर देना a-twoor--n antwoorden a-t-o-r-e- ---------- antwoorden 0
मैंने उत्तर दिया I--h-----antwoo--. Ik heb geantwoord. I- h-b g-a-t-o-r-. ------------------ Ik heb geantwoord. 0
मैंने सारे प्रश्नों के उत्तर दिये Ik-he- -- ---- --agen an---or--geg-v--. Ik heb op alle vragen antwoord gegeven. I- h-b o- a-l- v-a-e- a-t-o-r- g-g-v-n- --------------------------------------- Ik heb op alle vragen antwoord gegeven. 0
मैं यह जानता / जानती हूँ – मैं यह जानता था / जानती थी I- w--t-d-- – i---e--dat g---te-. Ik weet dat – ik heb dat geweten. I- w-e- d-t – i- h-b d-t g-w-t-n- --------------------------------- Ik weet dat – ik heb dat geweten. 0
मैं यह लिखता / लिखती हूँ – मैंने यह लिखा Ik-sch-------- – ---he- --- ge-----v-n. Ik schrijf dat – ik heb dat geschreven. I- s-h-i-f d-t – i- h-b d-t g-s-h-e-e-. --------------------------------------- Ik schrijf dat – ik heb dat geschreven. 0
मैं यह सुनता / सुनती हूँ – मैंने यह सुना Ik-h--r-dat-- -k--eb-da- ------d. Ik hoor dat – ik heb dat gehoord. I- h-o- d-t – i- h-b d-t g-h-o-d- --------------------------------- Ik hoor dat – ik heb dat gehoord. 0
मैं यह लाता / लाती हूँ – मैं यह लाया / लायी I-----l d-t---i---e- --- --ha--d. Ik haal dat – ik heb dat gehaald. I- h-a- d-t – i- h-b d-t g-h-a-d- --------------------------------- Ik haal dat – ik heb dat gehaald. 0
मैं यह लाता / लाती हूँ – मैं यह लाया / लायी I- br-----at-– ----e- --t -e-ra-ht. Ik breng dat – ik heb dat gebracht. I- b-e-g d-t – i- h-b d-t g-b-a-h-. ----------------------------------- Ik breng dat – ik heb dat gebracht. 0
मैं यह खरीदता / खरीदती हूँ – मैंने यह खरीदा Ik------d---–-----eb--at ge-och-. Ik koop dat – ik heb dat gekocht. I- k-o- d-t – i- h-b d-t g-k-c-t- --------------------------------- Ik koop dat – ik heb dat gekocht. 0
मैं यह आशा करता / करती हूँ – मैंने यह आशा की थी Ik -e--ac-t--a--–-ik-h-- ------rw-c--. Ik verwacht dat – ik heb dat verwacht. I- v-r-a-h- d-t – i- h-b d-t v-r-a-h-. -------------------------------------- Ik verwacht dat – ik heb dat verwacht. 0
मैं यह समझाता / समझाती हूँ – मैंने यह समझाया Ik -eg---t------ -k-heb--at u--gel-gd. Ik leg dat uit – ik heb dat uitgelegd. I- l-g d-t u-t – i- h-b d-t u-t-e-e-d- -------------------------------------- Ik leg dat uit – ik heb dat uitgelegd. 0
मैं यह जानता / जानती हूँ – मैं यह जानता / जानती थी Ik ken da--–-i- -eb d---g--e-d. Ik ken dat – ik heb dat gekend. I- k-n d-t – i- h-b d-t g-k-n-. ------------------------------- Ik ken dat – ik heb dat gekend. 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -