Woordenlijst

Leer bijwoorden – Deens

for eksempel
Hvad synes du om denne farve, for eksempel?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
altid
Der var altid en sø her.
altijd
Hier was altijd een meer.
virkelig
Kan jeg virkelig tro på det?
echt
Kan ik dat echt geloven?
ret
Hun er ret slank.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
først
Sikkerhed kommer først.
eerst
Veiligheid komt eerst.
ind
De to kommer ind.
in
De twee komen binnen.
om natten
Månen skinner om natten.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
ind
De hopper ind i vandet.
in
Ze springen in het water.
lige
Hun vågnede lige.
net
Ze is net wakker geworden.
længe
Jeg måtte vente længe i venteværelset.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
der
Gå derhen, og spørg derefter igen.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
næsten
Jeg ramte næsten!
bijna
Ik raakte bijna!