Woordenlijst

Leer bijwoorden – Engels (UK)

just
She just woke up.
net
Ze is net wakker geworden.
almost
It is almost midnight.
bijna
Het is bijna middernacht.
almost
The tank is almost empty.
bijna
De tank is bijna leeg.
away
He carries the prey away.
weg
Hij draagt de prooi weg.
now
Should I call him now?
nu
Moet ik hem nu bellen?
long
I had to wait long in the waiting room.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
more
Older children receive more pocket money.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
down
She jumps down into the water.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
for free
Solar energy is for free.
gratis
Zonne-energie is gratis.
nowhere
These tracks lead to nowhere.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
in
The two are coming in.
in
De twee komen binnen.
into
They jump into the water.
in
Ze springen in het water.