Woordenlijst

Leer bijwoorden – Sloveens

dovolj
Hoče spati in ima dovolj hrupa.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
kdaj
Si kdaj izgubil ves svoj denar na borzi?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
pol
Kozarec je pol prazen.
half
Het glas is half leeg.
v
Ali gre noter ali ven?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
kadarkoli
Lahko nas pokličete kadarkoli.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
tam
Cilj je tam.
daar
Het doel is daar.
ves dan
Mati mora delati ves dan.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
zunaj
Danes jemo zunaj.
buiten
We eten vandaag buiten.
zdaj
Naj ga zdaj pokličem?
nu
Moet ik hem nu bellen?
že
Hiša je že prodana.
al
Het huis is al verkocht.
res
Lahko temu res verjamem?
echt
Kan ik dat echt geloven?
nekaj
Vidim nekaj zanimivega!
iets
Ik zie iets interessants!