tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
asuma
Seal on loss - see asub otse vastas!
rennen
De atleet rent.
jooksma
Sportlane jookseb.
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
ehitama
Millal Hiina suur müür ehitati?
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
kõrbema
Liha ei tohi grillil kõrbema minna.