Woordenlijst
Grieks – Bijwoordenoefening
weg
Hij draagt de prooi weg.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
bijna
De tank is bijna leeg.
gratis
Zonne-energie is gratis.
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
half
Het glas is half leeg.
gisteren
Het regende hard gisteren.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
een beetje
Ik wil een beetje meer.