Vocabolario
Impara gli aggettivi – Olandese
zacht
de zachte temperatuur
mite
la temperatura mite
gesloten
de gesloten deur
chiuso
la porta chiusa
zwak
de zwakke zieke
debole
la paziente debole
aardig
de aardige bewonderaar
gentile
l‘ammiratore gentile
mistig
de mistige schemering
nebbioso
il crepuscolo nebbioso
eng
een enge verschijning
spaventoso
una figura spaventosa
extern
een externe opslag
esterno
una memoria esterna
zilveren
de zilveren auto
argentato
la macchina argentea
lang
lang haar
lungo
i capelli lunghi
geboren
een pasgeboren baby
nato
un bambino appena nato
moeilijk
de moeilijke bergbeklimming
difficile
la difficile scalata della montagna