deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
参加する
彼はレースに参加しています。
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
理解する
一人ではコンピュータに関するすべてを理解することはできません。
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
経る
中世の時代は経ちました。
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
受け取る
彼は上司から昇給を受け取りました。