genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
十分である
昼食にサラダだけで十分です。
rennen
De atleet rent.
走る
アスリートが走ります。
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
つながっている
地球上のすべての国々は相互につながっています。
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
入る
彼はホテルの部屋に入ります。