uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
늦잠 자다
그들은 하룻밤이라도 늦잠을 자고 싶다.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
앉다
그녀는 일몰 때 바닷가에 앉아 있다.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
듣다
그녀는 듣다가 소리를 듣는다.
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
제거하다
어떻게 빨간 와인 얼룩을 제거할 수 있을까?