Woordenlijst

Leer bijvoeglijke naamwoorden – Portugees (PT)

invernal
a paisagem invernal
winters
het winterse landschap
incluído
os canudos incluídos
inbegrepen
de inbegrepen rietjes
redondo
a bola redonda
rond
de ronde bal
solto
o dente solto
los
de losse tand
pronto
os corredores prontos
klaar
de klaarstaande hardlopers
estrangeiro
a solidariedade estrangeira
buitenlands
buitenlandse verbondenheid
feito
a remoção de neve feita
afgehandeld
de afgehandelde sneeuwruiming
triplo
o chip de celular triplo
drievoudig
de drievoudige mobiele chip
saboroso
a sopa saborosa
hartig
de hartige soep
maduro
abóboras maduras
rijp
rijpe pompoenen
vivo
fachadas de casas vivas
levendig
levendige huisgevels
sensato
a produção sensata de eletricidade
verstandig
de verstandige stroomproductie