Woordenlijst

Leer bijvoeglijke naamwoorden – Italiaans

sloveno
la capitale slovena
Sloveens
de Sloveense hoofdstad
frettoloso
il Babbo Natale frettoloso
haastig
de gehaaste kerstman
salato
arachidi salate
gezouten
gezouten pinda‘s
crudele
il ragazzo crudele
wreed
de wrede jongen
eccellente
un pasto eccellente
uitstekend
het uitstekende eten
inestimabile
un diamante inestimabile
onschatbaar
een onschatbare diamant
senza sforzo
la pista ciclabile senza sforzo
moeiteloos
het moeiteloze fietspad
affettuoso
il regalo affettuoso
liefdevol
het liefdevolle cadeau
impraticabile
una strada impraticabile
onbegaanbaar
de onbegaanbare weg
silenzioso
la richiesta di stare in silenzio
stil
het verzoek stil te zijn
arancione
albicocche arancioni
oranje
oranje abrikozen
innamorato
una coppia innamorata
verliefd
het verliefde stel