Woordenlijst

Leer bijvoeglijke naamwoorden – Zweeds

fattig
en fattig man
arm
een arme man
oframkomlig
den oframkomliga vägen
onbegaanbaar
de onbegaanbare weg
ful
den fula boxaren
lelijk
de lelijke bokser
smutsig
den smutsiga luften
vuil
de vuile lucht
avsides
det avsides huset
afgelegen
het afgelegen huis
fullständig
en fullständig regnbåge
compleet
een complete regenboog
utmärkt
en utmärkt idé
uitstekend
een uitstekend idee
överraskad
den överraskade djungelbesökaren
verrast
de verraste junglebezoeker
elak
den elaka flickan
gemeen
het gemene meisje
blå
blå julgranskulor
blauw
blauwe kerstballen
smaskig
en smaskig pizza
lekker
een lekkere pizza
vaksam
den vaksamma fårvaktarehunden
waakzaam
de waakzame herdershond