Woordenlijst

Leer bijwoorden – Russisch

только
Она только проснулась.
tol‘ko
Ona tol‘ko prosnulas‘.
net
Ze is net wakker geworden.
почти
Бак почти пуст.
pochti
Bak pochti pust.
bijna
De tank is bijna leeg.
в
Он идет внутрь или наружу?
v
On idet vnutr‘ ili naruzhu?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
немного
Я хочу немного больше.
nemnogo
YA khochu nemnogo bol‘she.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
но
Дом маленький, но романтичный.
no
Dom malen‘kiy, no romantichnyy.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
часто
Торнадо не часто встречаются.
chasto
Tornado ne chasto vstrechayutsya.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
не
Мне не нравится кактус.
ne
Mne ne nravitsya kaktus.
niet
Ik hou niet van de cactus.
очень
Ребенок очень голоден.
ochen‘
Rebenok ochen‘ goloden.
erg
Het kind is erg hongerig.
утром
Мне нужно вставать рано утром.
utrom
Mne nuzhno vstavat‘ rano utrom.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
там
Цель там.
tam
Tsel‘ tam.
daar
Het doel is daar.
раньше
Она была толще раньше, чем сейчас.
ran‘she
Ona byla tolshche ran‘she, chem seychas.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
вниз
Она прыгает в воду.
vniz
Ona prygayet v vodu.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.