Woordenlijst

Leer bijwoorden – Tsjechisch

společně
Učíme se společně v malé skupině.
samen
We leren samen in een kleine groep.
do
Skočili do vody.
in
Ze springen in het water.
znovu
Setkali se znovu.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
dost
Chce spát a má dost toho hluku.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
zítra
Nikdo neví, co bude zítra.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
stejně
Tito lidé jsou různí, ale stejně optimističtí!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
přes
Chce přejít ulici s koloběžkou.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
brzy
Tady brzy otevřou komerční budovu.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
něco
Vidím něco zajímavého!
iets
Ik zie iets interessants!
ven
Nemocné dítě nesmí jít ven.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
tam
Cíl je tam.
daar
Het doel is daar.
kdykoli
Můžete nás zavolat kdykoli.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.