Woordenlijst

Leer bijwoorden – Slovaaks

prečo
Deti chcú vedieť, prečo je všetko tak, ako je.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
takmer
Je takmer polnoc.
bijna
Het is bijna middernacht.
vpravo
Musíš ísť vpravo!
rechts
Je moet rechts afslaan!
von
Chcel by sa dostať von z väzenia.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
kedykoľvek
Môžete nám zavolať kedykoľvek.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
dole
Pádne zhora dole.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
niekedy
Už si niekedy stratil všetky svoje peniaze na akciách?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
sám
Večer si užívam sám.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
aspoň
Kaderník stál aspoň málo.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
napríklad
Ako sa vám páči táto farba, napríklad?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
naozaj
Môžem tomu naozaj veriť?
echt
Kan ik dat echt geloven?
dosť
Chce spať a má dosť toho hluku.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.