Testen 33



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Dec 25, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Hij leert Duits.
Lui studia il   See hint
2. Ik houd niet van champagne.
Non mi il prosecco   See hint
3. Wie stofzuigt?
Chi / Chi passa l’aspirapolvere?   See hint
4. Wat is er in de stad te zien?
Cosa c’è da vedere in ?   See hint
5. Wij willen graag ontbijten.
fare colazione   See hint
6. Wij moeten omkeren.
tornare indietro   See hint
7. Waar is een batterij?
Dove trovo una ?   See hint
8. Dit is een strafschop.
Adesso c’è un   See hint
9. Heb je broers of zussen?
Hai fratelli o ?   See hint
10. Rijd langzaam!
lentamente   See hint